Bepaalde voorzieningen mag de werkgever op nihil waarderen bij toepassing van de werkkostenregeling. Deze voorzieningen vormen dus wel loon, maar de waarde van dit loon mag de werkgever op nihil stellen. Zij beïnvloeden de vrije ruimte van de werkkostenregeling dus niet. Wanneer de werknemer de kostenpost zelf betaalt en bij de werkgever declareert, geldt de nihilwaardering niet.
Bij verstrekkingen en terbeschikkingstellingen
Nihilwaarderingen gelden alleen voor verstrekkingen en terbeschikkingstellingen. De meeste nihilwaarderingen gelden overigens alleen als er sprake is van een terbeschikkingstelling, dat wil zeggen dat de eigendom van het goed bij de werkgever blijft. Het is van belang te weten dat de Belastingdienst het standpunt inneemt dat er geen sprake is van een Arbovoorziening als de werknemer op enigerlei wijze een eigen bijdrage betaalt. Het standpunt is mogelijk aanvechtbaar, maar als werkgever heeft u er rekening mee te houden.
De werkplek
Voorzieningen op de werkplek waarvan niet gebruikelijk is dat deze elders worden gebruikt of verbruikt (denk aan het gebruik van de werkplek zelf, vaste computer, kopieerapparaat, schrijfgerei, papier, vaste telefoon, koffie- en frisdrankautomaat, fietsenstalling, fitnessruimte, borrel, personeelsfeest) kunnen op nihil worden gesteld.
Voorzieningen op de werkplek
Voorzieningen op de werkplek kunnen zijn:
– | parkeren; |
– | feestjes, borrels en personeelsactiviteiten; |
– | fitness. |
Kleding
Kleding die de werkgever ten behoeve van het werk ter beschikking stelt, kan op nihil gewaardeerd indien:
– | de kleding uitsluitend of nagenoeg uitsluitend geschikt is om tijdens werktijd te dragen (denk aan uniformen, de sloof van de horecamedewerker); of |
– | de kleding achterblijft op de werkplek; of |
– | op ieder kledingstuk zichtbaar een bedrijfsgebonden logo van minimaal 70 cm2 is aangebracht. |
Huisvesting en inwoning
De verstrekking van huisvesting en inwoning ter behoorlijke vervulling van de dienstbetrekking, waar de werknemer zich redelijkerwijs niet aan kan onttrekken, bijvoorbeeld op een boorplatform of schip, kan op nihil worden gewaardeerd.
Consumpties op de werkplek
Consumpties tijdens werktijd genuttigd op de werkplek, voor zover geen onderdeel uitmakend van een maaltijd, kunnen onbelast worden vergoed of verstrekt. Hierbij valt te denken aan koffie, thee, frisdrank, fruit, gebak etc. Let wel: het betreft hier uiteraard consumpties die ook tijdens werktijd worden genuttigd en geen zaken die werknemers mee naar huis nemen. Datgene wat een werknemer mee naar huis neemt, wordt gezien als een geschenk en vormt normaal belast loon. Dus als de werkgever bij het koffiezetapparaat een zakje paaseitjes neerzet voor algemeen gebruik bij de koffie, is sprake van een nihilwaardering. Indien de werkgever een werknemer een zakje paaseieren als geschenk geeft, is sprake van loon dat desgewenst als eindheffingsloon kan worden aangewezen en ten laste van de vrije ruimte kan worden gebracht. Wat moet gebeuren met de chocoladeletter die een werknemer deels op kantoor en deels thuis op eet, zal wel voor altijd onduidelijk blijven.
Ter beschikking gestelde OV-kaart en voordeelurenkaart
De ter beschikking gestelde OV-kaart en voordeelurenkaart kan op nihil gewaardeerd indien de werknemer de kaart regelmatig gebruikt voor zakelijk verkeer, waaronder woon-werkverkeer.
Zie hiervoor ook artikel 3.9 Uitvoeringsregeling loonbelasting 2011.
Personeelsleningen
Voor leningen aan werknemers geldt in principe dat de werknemer aan de werkgever ten minste de marktrente moet betalen. Wanneer de werkgever als werkgever een lager percentage of geen rente in rekening brengt, dan vormt het niet-betaalde bedrag aan rente loon dat desgewenst als eindheffingsloon kan worden aangewezen en ten laste van de vrije ruimte kan worden gebracht. Indien het rentevoordeel betrekking heeft op de eigen woning, kan het rentevoordeel vanaf 1 januari 2016 niet als eindheffingsloon worden aangewezen. Dit geldt ook voor de aan de personeelslening verbonden kosten.
Zie hiervoor ook artikel 31, lid 5 Wet op de Loonbelasting 1964.