Box 3. Een hoofdpijndossier voor alle fiscalisten in Nederland. Spaarzame burgers en ondernemers worden niet alleen geconfronteerd met een verlies op de beurs of hooguit 0.15 procent rentevergoeding op hun spaargeld; zij moeten ook nog eens afrekenen in hun aangifte inkomstenbelasting in box 3. Sinds de invoering van box 3 in 2001 heeft de overheid tot tweemaal toe het wettelijk voorschrift voor de reële risicovrije discontovoet voor de eigen investeringsportefeuille verlaagd: in 2001 naar 1 procent en in 2015 naar 0 procent. Voor de burger blijft de heffing van 4 procent echter in stand. Waarom kan dit niet opgelost worden?
Strijd tegen box 3-heffing
Deze vraag stellen we aan de voorzitter van de Bond voor Belastingbetalers: Jurgen de Vries. De Bond voor Belastingbetalers voert sinds 2014 strijd tegen de 4 procent vermogensrendementsheffing, wat zij zien als een ongerechtvaardigde inbreuk op het eigendomsrecht. Inmiddels hebben 5 rechtbanken zich erover uitgelaten. 3 gerechtshoven hebben een uitspraak gedaan. En nu ook de Hoge Raad. Meerdere keren wordt direct of indirect vastgesteld dat er iets moet veranderen aan box 3. Maar rechtsherstel wordt niet geboden.
In 2015 is er een motie ingediend door de SP om het box 3-stelsel te herzien naar een stelsel op basis van werkelijk rendement. Die motie is unaniem aangenomen. “Het verzoek is vervolgens door de regering geparkeerd. Bij de totstandkoming van het regeerakkoord van Rutte 3 waren we uitermate blij dat de ambitie om de box 3 te herzien werd omschreven. Dit blijkt nu echter wederom niet te gebeuren.”
Meer lezen? Download het kennisdocument:
Alternatieven box 3: vermogen overhevelen naar box 2 >>
Werkelijk rendement belasten onmogelijk?
Is het dan onmogelijk om werkelijk rendement te belasten? “Nederland is een vreemde eend in de bijt, want andere landen hebben een bronheffing, waarin het wel mogelijk is om daadwerkelijk rendement te berekenen. In Nederland schijnt het heel ingewikkeld te zijn. Dat terwijl de Belastingdienst al ieder jaar een jaaroverzicht krijgt van de bank en de aandelenportefeuille. Het rendement over andere vermogensbestanddelen berekenen, is wel lastig, denk bijvoorbeeld aan vastgoed.”
Opbrengst ‘zo lekker stabiel’
“De reden dat er tot nu toe geen verandering in box 3 wordt aangebracht, is omdat de jaarlijkse opbrengst zo lekker stabiel is voor de schatkist. De uitvoering is daarnaast eenvoudig. Dat bleek wel uit de aanpassing van de heffing in 2017. Zoals ik het zie is er bij Financiën de opdracht gegeven: de huidige box 3 levert 4 miljard euro op. Bedenk iets nieuws, zolang het maar wel 4 miljard euro oplevert. Dat is ook daadwerkelijk wat er gebeurd is. Meer kan ik er niet van maken.”
De Vries voegt er nog een opvallend feit aan toe. “Er zijn nu 3 vermogenscategorieën, tot 71.650 euro, tot 989.736 euro en boven 989.737 euro. Elke categorie heeft een soort benchmark voor aandelen en beleggingen, sparen en banktegoeden. Het onderzoek is ooit gepresenteerd aan de Kamer in een brief van Wiebes, destijds staatssecretaris van Financiën. Het is echter niet reproduceerbaar. De onderliggende berekeningen zijn ooit via een WOB-procedure opgevraagd, maar niet gepubliceerd, want ze bestaan niet.”
Aanpassen box 3 kost geld
De drempel voor de politiek is dat het aanpassen van box 3 geld gaat kosten. “Zolang er wordt vastgehouden aan het gegeven dat box 3 een specifiek bedrag moet opleveren voor de schatkist, dan gaat het niet. Rendementen zijn nu eenmaal laag. Het ene jaar zal de opbrengst goed zijn en het andere jaar slecht. Terwijl de minister van Financiën graag stabiele inkomsten wil hebben.”
Tip: knip het probleem op
Heeft De Vries dan een oplossing voor dit probleem? “Een totaaloplossing voor box 3 vinden is ook een lastig vraagstuk. Je hebt te maken met verschillende grootheden. Bank- en spaartegoeden zijn vrij gemakkelijk, want iedereen krijgt aan het eind van het jaar een jaaroverzicht, waarop je precies ziet hoe groot je vermogen is geweest en hoeveel rente je bijgeschreven hebt gekregen. Hetzelfde geldt voor aandelen en obligaties. Het probleem zit vooral in de overige vermogensbestanddelen, zoals onroerend goed in binnen- en buitenland.”
“Knip het probleem op”, adviseert De Vries daarom. “Je kunt proberen om een totaaloplossing voor box 3 te bedenken, maar je kunt ook eerst voor bank- en spaartegoeden een oplossing bedenken, daarna voor aandelen en obligaties, en tot slot voor het overige box 3-vermogen. Dan maak je het behapbaar. De pijn zit vooral bij mensen met bank- en spaartegoeden en op deze manier zorg je ervoor dat hun heffing weer wat normaler wordt.”
Onteigening
“Ik kan me er erg druk om maken dat er veel Nederlanders (3 miljoen box 3-belastingplichtigen) zijn die jarenlang spaarzaam hebben geleefd en dat zij nu zo onrechtvaardig worden behandeld. Bewindslieden van Financiën lijken de vermogensrendementsheffing koste wat het kost te willen handhaven en zetten zodoende de waarheid naar hun hand en bedenken steeds nieuwe normen voor box 3. Wij vinden dat de box 3-heffing nooit hoger mag zijn dan het maximaal behaalde rendement. Anders teer je in op je bronvermogen. Dat is wat nu wel gebeurd. De vraag is dan: is dat onteigening? Ik denk van wel.”
Dit vindt u mogelijk ook interessant:
5 alternatieven voor nadelige gevolgen box 3 voor vermogende personen >>