Op Prinsjesdag 2018 kwam als donderslag bij een fiscaal heldere hemel het bericht dat de wetgever per 2022 niet langer toe wil staan dat een directeur grootaandeelhouder (dga), of diens bloed- of aanverwanten in de rechte lijn, meer dan € 500.000 leent van zijn eigen bv, uitgezonderd voor een eigen woning. Dit betreft een volstrekt ongerechtvaardigde maatregel. Met Prinsjesdag 2019 voor de deur roep ik het Ministerie van Financiën op tot een heroverweging.
Het werkelijke probleem
Waar het de Belastingdienst al jaren terecht om te doen is, is het aanpakken van dga’s die winst van hun bv zonder belastingheffing aan zichzelf ‘uitkeren’ (lenen) en dit vervolgens belastingvrij opmaken. Geld om de materieel verschuldigde inkomstenbelasting later alsnog te betalen is er niet meer zodat de fiscus achter het net vist. In de praktijk komen dergelijke rekening-courantschulden van dga’s met enige regelmaat voor. Veelal zijn dit rekening-courantschulden (grotendeels) lager dan € 500.000. Dit probleem wordt straks met de botte bijl aangepakt: heeft een dga – anders dan voor zijn woning – op 1 januari 2022 een lening van zijn eigen bv groter dan € 500.000, dan wordt dat gezien als fictief inkomen en belast in box 2. Alle probleemgevallen onder de € 500.000 worden niet aangepakt.
Kritiek vanuit de praktijk
Vanuit de praktijk is er veel kritiek geuit op de overkill die besloten zit in het wetsvoorstel. Hierover is afgelopen jaar al voldoende geschreven. Ook door sympathisanten van de regeling wordt erkend dat het wetsvoorstel tot dubbele heffing kan leiden. Mijn inziens geldt echter principieel de vraag of de wetgever mag bepalen dat aan iedereen op zakelijke voorwaarden geld mag worden geleend, behalve aan de dga zelf of zijn familie. Mijn antwoord is nee.
Een voorbeeld
Een ondernemer met een goede prognose van zijn eenmanszaak heeft voor de aankoop van een bedrijfspand meer dan € 500.000 financiering nodig. De bank is bereid om de lening te verstrekken. Een ouder van de ondernemer heeft geld in zijn bv waar geen rente op wordt vergoed. De bv van deze dga kan (rente) inkomsten goed gebruiken en besluit om de lening onder dezelfde voorwaarden als de bank te verstrekken. Bestaat deze lening nog op 1 januari 2022? Helaas, dan wordt het afrekenen in box 2. Is er geen geld liquide beschikbaar voor deze belastingheffing? Dat is dan het probleem van de dga, niet van de wetgever.
De regeling dekt de lading niet
Het wetsvoorstel is als zogenoemde ‘rekening-courantmaatregel’ aangekondigd, maar gaat in de praktijk met name met zekerheden gedekte leningen treffen van dga’s aan hun bv’s. Hier ben ik het principieel mee oneens. Het is niet aan de overheid om op de stoel van een directeur van een vennootschap te gaan zitten. Ik kan mij vinden in een wetsvoorstel waarbij wordt geregeld dat een dga geen geld kan lenen van zijn bv zonder voldoende zekerheden. Echter, een lening die op volstrekt zakelijke voorwaarden aan een derde verstrekt mag worden, moet ook aan de dga zelf of zijn familie verstrekt kunnen worden. Daarnaast is het volstrekt ongepast om niet te voorzien in overgangsrecht op grond waarvan bestaande situaties worden geëerbiedigd. Dga’s worden gedwongen om actie te ondernemen, of hen dit nu gelegen komt en haalbaar is of niet. Het zoveelste voorbeeld dat sprake is van een onbetrouwbare overheid. Dit wordt eenvoudigweg afgedaan met het argument dat iedere dga voldoende tijd heeft om maatregelen te treffen. Dat veel leningen een langlopend karakter hebben, daar wordt geen aandacht aan besteed.
Beter ten halve gekeerd dan ten hele gefaald
Hoewel het Ministerie van Financiën stellig voornemens lijkt te zijn om deze wetgeving – ondanks alle kritiek – ongewijzigd in te voeren doe ik een oproep om tijdig tot bezinning te komen. Pas alstublieft de wetsvoorstellen zodanig aan dat deze uitsluitend op ongedekte leningen ziet. De drempel van € 500.000 kan dan achterwege blijven of bijvoorbeeld worden verlaagd tot een doelmatigheidsmarge van € 50.000. Juist de dga’s waar het om gaat kunnen dan met wetgeving worden bestreden. De volstrekt zakelijk handelende dga’s kunnen dan buiten beschouwing blijven.