De belangrijkste les in het fiscale recht: “Geeft u mij de feiten dan geef ik u het recht”. Het presenteren van feiten is alleen niet eenvoudig. Zo kan het zijn dat je als adviseur alle feiten kent en toch vergeet de belangrijke feiten te presenteren.
Niet alle feiten zijn bekend
Het kan ook zijn dat niet alle feiten bij jou bekend zijn, omdat:
- je bent uitgegaan van feiten zonder deze voldoende te controleren en vast te stellen;
- je pas in een later stadium bent ingeschakeld, of;
- de feiten slechts bij anderen bekend zijn.
Nu kun je denken: wat niet weet, wat niet deert. Maar wat als in stukken van derden ontlastende gegevens zijn vastgelegd of feiten die jouw stellingen onderschrijven? Dan kun je ze toch maar beter kennen?
Hoe zorg je dat je de stukken van derden kent?
Daarvoor moet je inzage nemen in een belastingdossier. Heb je bezwaar gemaakt tegen een aanslag, beperk je dan niet tot het maken van een afspraak voor een hoorgesprek, maar neem ook inzage in het dossier. Laat onbekende stukken uit het dossier kopiëren. Let er daarnaast op of de stukken wel compleet zijn. Zijn er derdenonderzoeken verricht: zitten daarvan dan ook (binnen)mapjes in het dossier? Vraag of alle stukken die de inspecteur ter beschikking staan ter inzage zijn gegeven. Maak na afloop een verslag c.q. overzicht van alles wat er in het dossier zit.
Wat zijn op de zaak betrekking hebbende stukken?
Tussen de inspecteur en een (proces)gemachtigde kan een verschil van inzicht bestaan van wat op de zaak betrekking hebbende stukken zijn. Op basis van de rechtspraak is duidelijk dat het gaat om stukken die van belang zijn voor de beoordeling van het geschil, die de inspecteur ter beschikking staan of hebben gestaan, waaronder stukken die een rol hebben gespeeld bij de besluitvorming. Dat kunnen ook digitale stukken zijn. Verder is helder dat het bestuursorgaan in ieder geval niet naar eigen inzicht een selectie mag maken.
Stukken die ter beschikking staan of hebben gestaan
Alle stukken die de inspecteur ter beschikking staan of hebben gestaan, behoren tot het dossier. Komen er in de loop van de procedure nieuwe stukken op dan behoren deze ook tot het dossier. Slechts indien de inspecteur wel van het bestaan weet, maar deze stukken nooit (ter inzage) zijn verstrekt dan behoren dergelijke stukken niet tot het dossier. In dat laatste geval kan er wel reden zijn de rechter te verzoeken deze stukken bij de derde op te vragen op grond van art. 8:45 Awb.
Wat als de stukken er niet meer zijn?
Als er stukken zijn en deze staan ter beschikking, dan moeten deze worden verstrekt. Gebeurt dat niet, dan kan een rechter daaraan de gevolgen verbinden die hij geraden acht. Dat gebeurt op grond van art. 8:31 Awb. Als we het voorbeeld nemen van een aansprakelijkstelling van de bestuurder voor een naheffing, dan kan dat betekenen dat een aanslag moet worden vernietigd. Dat zien we in de praktijk bijvoorbeeld als de aanslag waarvoor je aansprakelijk wordt gesteld niet meer kan worden onderbouwd. Laatst werd in een andere procedure (HR 22 februari 2019; ECLI:NL:HR:2019:284) duidelijk dat het er ook toe kan leiden dat een melding betalingsonmacht als rechtsgeldig wordt aangemerkt. In het inmiddels vernietigde FIOD-dossier kon namelijk informatie zitten die opzet of grove schuld van de vennootschap kon weerleggen.
Tip
Het is van belang te blijven hameren op een compleet dossier. Alleen dan komen alle feiten op tafel. Gebeurt dat niet, dan zijn de gevolgen over het algemeen voor de inspecteur of de ontvanger. Let dan ook op aanwijzingen in een controlerapport die wijzen op contacten met derden en vraag om de (onderliggende) gegevens. Zijn er stukken ontvangen van de FIOD of een andere instantie, vraag dan om bescheiden waaruit volgt welke gegevens in dat kader zijn overgelegd. Kortom lees kritisch en tussen de regels door.