In 2019 werkten in Nederland 3,5 miljoen werkenden gewoonlijk of incidenteel thuis, blijkt uit onderzoek van het CBS. Dan hebben we het over 39% van alle werkenden, werknemers en zelfstandigen bij elkaar opgeteld. Gewoonlijk thuiswerken komt naar verhouding vaak en steeds meer voor onder zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers). Bij de keuze voor een kantoor of werkruimte thuis spelen diverse voor- en nadelen. Respectievelijk het besparen van huur- en reiskosten en het opbouwen van een netwerk. Maar wat zijn ook alweer de fiscale spelregels?
Verplicht privévermogen versus verplicht ondernemingsvermogen
Bij een woon/werkpand is sprake van gemengd gebruik; het pand wordt zowel zakelijk als privé gebruikt. De ondergrens van het zakelijk/privégebruik ligt hierbij op 10% van het pand. Wordt een kleiner gedeelte van de woning voor de onderneming gebruikt, dan is de woning verplicht privévermogen. Bij een zakelijk gebruik van 90% of meer is sprake van verplicht ondernemingsvermogen. Bij een pand in gemengd gebruik rijst de vraag of het woon/werkpand bouwkundig splitsbaar is in een woongedeelte en een bedrijfsgedeelte. Indien deze vraag positief wordt beantwoord, doordat het zakelijke gedeelte een zelfstandig gedeelte van de woning vormt, zal de etikettering van het woondeel en het werkdeel afzonderlijk moeten plaatsvinden. In het gros van de gevallen zal echter sprake zijn van een niet-bouwkundig splitsbaar pand.
Administratief splitsen naar gebruik
Er bestaat echter een mogelijkheid om, in het geval van een niet-bouwkundig splitsbare woning, toch een bepaald gedeelte van de huisvestingskosten ten laste van het resultaat van de onderneming te brengen. Indien sprake is van een koopwoning kan dit, naar het daadwerkelijke gebruik, via de systematiek van de administratieve splitsing van woning. Deze systematiek kan worden toegepast als sprake is van een niet-zelfstandige werkruimte die uitsluitend zakelijk wordt gebruikt. Bij een administratieve splitsing wordt het pand naar rato van het zakelijk/privégebruik administratief gesplitst en wordt het zakelijke gedeelte aangemerkt als ondernemingsvermogen. De rest van de woning merkt de ondernemer aan als privévermogen.
Gevolgen administratief splitsen
De gevolgen van het administratief splitsen zijn dat de werkruimte onder de winstsfeer van box 1 valt, waardoor alle kosten ter zake van die werkruimte aftrekbaar zijn. Bij verkoop van het pand of beëindiging van de onderneming dient afgerekend te worden met de belastingdienst over de waardestijging van de werkruimte. Daarnaast vormt de financiering van de woning, voor zover deze betrekking heeft op de werkruimte, een ondernemingsschuld. Het woongedeelte valt onder de eigenwoningsfeer van box 1, waardoor de ondernemer een eigenwoningforfait aangeeft over het woongedeelte van de totale WOZ-waarde van de woning.
Keuzemoment
De keuze om deze systematiek toe te passen dient uiterlijk te worden gemaakt voordat de eerste inkomstenbelastingaanslag van het jaar van verwerving van de woning onherroepelijk vaststaat, dan wel in het jaar dat de onderneming wordt gestart. Als in het verleden niet voor een administratieve splitsing is gekozen, kan die in principe niet alsnog worden toegepast, tenzij er bijzondere omstandigheden zijn die een heretikettering rechtvaardigen. Wij zijn van mening dat een ingrijpende verbouwing van de woning een heretikketering rechtvaardigt, zodat er vanaf dat moment gekozen kan worden om de werkruimte in de woning administratief te splitsen.