De hogere overdrachtsbelasting treft de verkeerde mensen. De verhoging schiet haar doel voorbij. Dat vinden belastingadviseurs. De maatregel is bedoeld om beleggers te ontmoedigen zodat nieuwkomers en doorstromers een betere kans maken een huis te bemachtigen. De hogere belasting treft echter vooral ondernemers en instellingen die een bedrijfspand kopen.
Starters en doorstromers
Het algemene tarief werd in 2021 al verhoogd van 6% naar 8%. Per 2023 is het tarief verhoogd naar maar liefst 10,4%. Belastingadviseur Wil Vennix is verbaasd over hoe stilletjes de belastingverhoging is doorgevoerd. Vennix is tevens oud-voorzitter van de beroepsorganisatie Register Belastingadviseurs is met name verbaasd over het feit dat de rekening voornamelijk terecht komt bij bedrijven en instellingen die niets te maken hebben met de krapte op de woningmarkt.
Toch betalen ze 2,4% meer belasting wanneer ze een bedrijfsgebouw kopen, dat terwijl de verhoging is bedoeld om iets te doen aan de krapte op de markt. Met name de benarde positie van starters en doorstromers. Daarom kent de overdrachtsbelasting sinds 2021 een onderscheid tussen woningen die mensen kopen voor zelfbewoning en belegginswoningen, vakantiehuizen en niet-woningen. Bestaande kantoor- en bedrijfspanden bijvoorbeeld.
Extra geld ophalen
Om een gelijker speelveld te creeren zijn starters op de woningmarkt tot hun 35ste verjaardag vrijgesteld van overdrachtsbelasting wanneer ze een huis kopen tot €440.000. Bovendien betalen doorstromers een verlaagd tarief van 2%. Voor alle andere spelers geldt het normale tarief. Kopers van kantoor- of bedrijfspanden vallen daar ook onder.
De oud RB-voorzitter uitte zich in de laatste editie van het Weekblad fiscaal recht zeer kritisch richting Den Haag. Volgens hem is het eind zoek als de overheid op deze wijze zonder enige onderbouwing extra geld ophaalt, schrijft het FD.
Onderbouwing rammelt
Staatssecretaris Marnix van Rij erkent in de memorie van toelichting opvallend genoeg dat de onderbouding rammelt. Slechts 30% van de beoogde €1 miljard aan extra opbrengsten komt van de woningbeleggers. De overige 70% komt van kopers van bedrijfspanden of gemeenschapsgebouwen. De tariefstijging brengt daarmee een rem op investeringen zonder een duidelijk (beleids)doel, schrijft Van Rij.
Aad Rozendal is als belastingadviseur gespecialiseerd in overdrachtsbelasting en stelt dat de taks een melkkoe is geworden voor de schatkist. ‘Het notariaat int de belasting en zo lang er transacties zijn, is er opbrengst.’ De forse verhoging van 6% naar 10,4% in twee jaar hakt er volgens de fiscalist behoorlijk in.
Budgettair belang
In een reactie laten VVD en CDA weten dat de aanpassing de positie van starters en doorstromers heeft verbeterd. Financieel woordvoerders Folkert Idsinga (VVD) en Inge van Dijk (CDA) wijzen ook beiden op de evaluatie van de overdrachtsbelasting in 2024. Ten slotte erkennen ze echter wel dat de heffing een budgettair belang dient, aldus het FD.