Mkb-ondernemers in Nederland breken aanzienlijk vaker hun zoektocht naar financiering af dan hun buitenlandse tegenhangers, vooral vanwege de complexiteit van het proces, de hogere kosten van leningen en de lagere kans op goedkeuring. Dit blijkt uit een studie van Oliver Wyman, een adviesbureau dat in opdracht van het ministerie van Economische Zaken onderzoek heeft gedaan naar manieren om de financiering voor het midden- en kleinbedrijf te verbeteren. In vergelijking met andere landen geven Nederlandse mkb’ers hun zoektocht 40% vaker op, vaak vanwege verwachte afwijzingen. Het ministerie streeft naar een mkb-financieringsakkoord om Nederland voorop te laten lopen in Europa.
Weinig investering
Arnoud Rozendaal, partner bij Oliver Wyman, merkt op dat Nederland, in tegenstelling tot buurlanden, weinig heeft geïnvesteerd in een financieringsecosysteem voor kleinere en middelgrote bedrijven. De overheidsondersteuning is versnipperd vanwege het gebrek aan een centraal ontwikkelingsinstituut voor het mkb, vergelijkbaar met BpiFrance in Frankrijk en KfW in Duitsland.
Gebrek aan fiscale kennis
Het begint al tijdens het oriëntatieproces. Rozendaal merkt op dat ondernemers, vooral kleine mkb-bedrijven, voortijdig afhaken omdat ze zich overweldigd voelen door het overvloedige aanbod en niet weten waar ze moeten beginnen. Dat komt ook door een gebrek aan fiscale kennis. In Nederland heeft slechts 20% van de kleinste ondernemers voldoende financiële expertise, in tegenstelling tot 28% in buurlanden. Ze zijn afhankelijk van advies, maar in Nederland zijn bankkantoren vaak gesloten. Nederland heeft het kleinste aantal bankkantoren onder de omringende landen.
Rozendaal benadrukt dat in veel andere landen de informatievoorziening beter geregeld is, met toegang tot een ‘one-stop-shop’ voor ondernemers. In Nederland heeft demissionair minister Micky Adriaansens (Economische Zaken en Klimaat) begin oktober opdracht gegeven voor een minder verregaand initiatief: de ontwikkeling van een ‘financieringshub’, een platform waar ondernemers financiers kunnen vinden.
Tijdrovend en weinig winstgevend
Ondernemers die zich een weg banen door het complexe landschap van financieringsmogelijkheden, worden vaak geconfronteerd met afwijzingen. Bijna de helft van de aanvragen voor kleinere leningen wordt afgewezen door Nederlandse banken. Volgens Oliver Wyman neemt het uitstaande bedrag van banken bij het mkb jaarlijks met 12% af, deels doordat mkb’ers minder lenen en deels doordat banken terughoudend zijn. Kleine leningen zijn vanwege strengere regelgeving relatief tijdrovend en weinig winstgevend.
Wanneer bankleningen wel worden toegekend, betalen Nederlandse ondernemers hogere tarieven dan hun buitenlandse tegenhangers. Daarnaast worden ze voor leningen ook meer in rekening gebracht dan grotere bedrijven, volgens berekeningen van De Nederlandsche Bank, die onlangs zijn gepubliceerd in het economenblad ESB. Het renteverschil bedraagt tussen de 0,3 en 0,8 procentpunten.
Laagste aantal banken
Analisten wijten het hoge rentetarief dat kleine ondernemers moeten betalen aan een gebrek aan concurrentie, met het laagste aantal banken dat zakendoet met het mkb in Europa. Kleine ondernemers hebben vaak beperkte financiële gegevens om hun kredietwaardigheid te bewijzen, wat betekent dat geldverstrekkers zelf kosten moeten maken om de risico’s te evalueren.
Borgstellingen
In tegenstelling tot het buitenland blijven de financiële risico’s hier grotendeels onveranderd, ondanks enkele beschikbare borgstellingen, zegt Rozendaal van Oliver Wyman. Nederland heeft slechts de BMKB (Borgstelling MKB-kredieten), die aanzienlijk beperkter is dan vergelijkbare regelingen in omringende landen, wat resulteert in een hoger percentage afgewezen bankleningaanvragen.
Bedrijven die niet in aanmerking komen voor een banklening zijn gedwongen om duurdere financieringsbronnen bij alternatieve aanbieders zoals leasemaatschappijen, factoringbedrijven of crowdfunding te overwegen. Rozendaal wijst op de wisselende aard van deze alternatieve financieringsbronnen en benadrukt dat banken een cruciale rol moeten spelen bij de ontwikkeling van een verbeterd financieringssysteem voor het mkb.
Tien organisaties
Anders dan Nederland hebben andere landen voortdurend geïnvesteerd in de ontwikkeling van een dergelijk financieringsecosysteem. Rozendaal benadrukt dat er minstens behoefte is aan een verbeterd garantiestelsel, gestandaardiseerde verzameling van bedrijfsgegevens bij één instantie en vereenvoudigde overheidssteun. Op dit moment zijn er meer dan tien organisaties die betrokken zijn bij de ondersteuning van het mkb, wat complexiteit met zich meebrengt.
Altijd op de hoogte zijn van fiscale regels?