De conclusie van het Centraal Planbureau (CPB) over de bedrijfsopvolgingsregeling (BOR) liegt er niet om. De regeling is weggegooid geld. Het bedrijfsleven denkt daar echter heel anders over. De BOR ligt al langere tijd onder vuur in Den Haag. Versobering of afschaffing is voor menig ondernemer een donker scenario dat nu een stap dichterbij is gekomen. De BOR doet volgens het CPB weliswaar waar het voor bedoeld is maar hetzelfde kan worden bereikt met veel minder geld, meent het Planbureau.
€400 miljoen per jaar
Het kost de overheid momenteel jaarlijks zo’n €400 miljoen aan belastinginkomsten, doordat bij schenking of vererving van ondernemingen over de eerste €1 miljoen bedrijfsvermogen geen belasting hoeft te worden betaald. Daarboven mag maar liefst 83% belastingvrij worden overgedragen als men aan de voorwaarden voldoet. Vooral familiebedrijven maken gebruik van de regeling.
Familiebedrijven zoals het vierde generatie Nijmeegse bedrijf in graszaden, Barenbrug. ‘Hier lig ik nu echt wakker van, dat mag je best weten’, zei Bastiaan Barenbrug vorig jaar nog tegen het FD. Het bedrijf telt negenhonderd werknemers en heeft klanten in binnen en buitenland.
Privévermogen
De onderzoekers van het CPB gingen na of de oude dan wel de nieuwe eigenaren schenk- of erfbelasting hadden kunnen betalen zonder dat men daarvoor geld uit de onderneming moest halen. In 75% van de gevallen in de periode 2010-2017 was er voldoende vrij te besteden privévermogen om de belastingen te kunnen voldoen, stelt het CPB. In de groep waarbij dat niet het geval was zaten vooral grotere familiebedrijven.
In die gevallen zou er onvoldoende privémiddelen zijn om de belastingaanslagen te betalen. Volgens het CPB zou echter in die gevallen een betalingsregeling over meerdere jaren getroffen kunnen worden. Het Planbureau is bij de berekeningen vanuit gegaan dat de mogelijkheid om andere belastingclaims bij bedrijfsoverdrachten door te schuiven onveranderd blijft.
Wees voorzichtig
Maarten Merkus, partner bij belastingadvieskantoor KPMG Meijburg, vindt dat het CPB een knappe analyse heeft gemaakt. Maar stelt dat de verkeerde conclusie is getrokken. De continuïteitsproblemen spelen vooral bij de grote familiebedrijven. Merkus hield vorig jaar een enquête onder deze bedrijven.
‘Het kan best zijn dat 99 eenmansbedrijfjes de belasting kunnen opbrengen, maar als één bedrijf met 99 werknemers dat niet kan, praat je wel over 50% van de werkgelegenheid die gevaar loopt’, zegt Merkus. ‘Wees dus heel voorzichtig met de conclusie dat een regeling kan worden versoberd omdat bij 75% van de bedrijven de schenk- of erfbelasting zonder problemen kan worden betaald. Die gevolgtrekking is voorbarig en gevaarlijk.’
Concurrentienadeel
Ook met een betalingsregeling zal er geld uit het bedrijf moeten worden getrokken om de belasting te kunnen voldoen, stelt de belastingadviseur. Over een bedrijfswaarde van €100 miljoen moet dan bijvoorbeeld €20 miljoen belasting worden betaald. Zonder de regeling betekent dit een concurrentienadeel voor internationaal opererende bedrijven. De landen om ons heen kennen allemaal dergelijke regelingen. Volgens Merkus zijn die vaak ook nog eens royaler dan in Nederland, aldus het FD.