Rechtszekerheid is een groot goed. Het brengt met zich mee dat de burger kan vertrouwen op het consequent handelen van de overheid bij het opstellen van wetgeving. Regels die de overheid stelt moeten worden nageleefd en besluiten die de overheid neemt moeten zo zijn geformuleerd dat de burger weet wat er verwacht wordt. Tegenwoordig is de overheid echter een risicofactor, waarmee bij fundamentele fiscale en financiële beslissingen rekening gehouden wordt. Politici lijken oprecht verbaasd over het feit dat kiezers het vertrouwen in de politiek en de overheid verliezen.
Verrassende wetgeving
De afgelopen jaren zijn we geconfronteerd met maatregelen waarbij de rechtszekerheid ernstig in het geding was. In de Miljoenennota 2018 zat zo’n bijzondere verrassing: de onverwachte versnelling van de beperking van de hypotheekrenteaftrek vanaf 2020. De excessief lenen maatregel door het kabinet aangekondigd in de aanbiedingsbrief bij het pakket Belastingplan 2019 is weer zo’n fijne verrassing. Heel fiscaal Nederland is tegen dit ondoordachte en onrechtvaardige concept-wetsvoorstel, waarvan ik verwacht dat het toch ongewijzigd wordt ingevoerd.
Afschaffing wet-Hillen
De afschaffing van de wet-Hillen illustreert hoe gemakkelijk de overheid weg kan komen met het niet nakomen van afspraken en toezeggingen aan haar burgers. Opeenvolgende kabinetten hebben de eigenwoningbezitters verleid hun eigenwoningschuld af te lossen door hen het voordeel van de Hillen-aftrek voor te spiegelen. De aflossers voelen zich door de ingevoerde ‘aflosboete’ bekocht. De afschaffing van de wet-Hillen getuigt van uitsluitend denken aan de schatkist, in plaats van aan de burger. Keuzes van mensen – mede ingegeven door stimulerend overheidsbeleid – kun je achteraf niet bestraffen met hogere belastingen.
Niet limitatief
Niet alleen in bovenstaande dossiers, maar ook in andere zaken zoals het inkorten van de termijn van de 30%-regeling, het terugdraaien van belastingvoordelen voor hybride auto’s en de vermogensrendementsheffing willen burgers en bedrijven duidelijkheid en weten waar ze aan toe zijn. Dat noemen wij rechtszekerheid.
Rechtszekerheid
Voorspelbaarheid en berekenbaarheid van rechtsgevolgen en het kunnen vertrouwen op het recht, zijn van groot belang voor het functioneren van markten. In verband met wijzigingen in de regelgeving moet als een belangrijk zijdelings belang van rechtszekerheid worden genoemd het voorkomen van negatieve effecten van (door burgers ervaren) onbetrouwbaarheid van de overheid.
Het komt de legitimiteit van het gezag van de wetgever ten goede indien de wetgever rekening houdt met ‘gerechtvaardigde verwachtingen’ van burgers. Wanneer burgers de overheid of de wetgever als onbetrouwbaar ervaren, kan dit resulteren in een afnemend gezag van wetgeving, niet alleen van de betrokken wetgeving maar ook van andere en toekomstige wetgeving. Verder kan afnemend gezag voor de regelgever leiden tot een afnemende (belasting)moraal bij de burgers om zich aan regels te houden. Dit leidt veelal tot maatschappelijke kosten in de vorm van belastingderving en hogere handhavingskosten. Een ander negatief effect is dat de fiscale concurrentiepositie van Nederland verslechtert in de competitie met andere landen. In de fiscale literatuur wordt met regelmaat benadrukt dat rechtsonzekerheid het (fiscale) vestigingsklimaat van een land voor internationaal opererende bedrijven schaadt.
Autonomie en vrijheid
Ik pleit voor het belang van rechtszekerheid voor de autonomie en vrijheid van burgers en bedrijven. De overheid dient dan ook bij het intrekken, wijzigen of invoeren van wetten waarin rechten aan de burger worden ontnomen een zorgvuldige afweging te maken tussen eerder toegekende rechten en gewekte verwachtingen enerzijds en het wijzigen van de bestaande situatie anderzijds. De overheid dient zich te realiseren dat door burgers ervaren onbetrouwbaarheid van de wetgever vergaande negatieve effecten kan hebben, zoals afname van effectiviteit van regels, afnemende (belasting)moraal en een verslechtering van het fiscale vestigingsklimaat.