Prinsjesdag is alweer even achter de rug. Veel fiscale wetsvoorstellen zijn, al dan niet geamendeerd, door de Tweede Kamer aangenomen. In dit interview geeft Niels Boef, voorzitter van de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) en Partner bij KPMG Meijburg & Co, aan het begin van het nieuwe belastingjaar zijn bespiegelingen over een aantal onderwerpen die daarin aan de orde kwamen. Ook geeft Boef zijn visie op ontwikkelingen die in de nabije toekomst staan te gebeuren. Hieronder lees je een deel van dit interview.
Laten we beginnen bij de voortzetting van de BOR/DSR. Wat zijn daar je gedachten over?
‘Voor familiebedrijven geldt dat zij steeds vaker moeten concurreren met buitenlandse partijen. De belangrijkste reden om de BOR/DSR te verstrekken, is de continuïteit van familiebedrijven in Nederland. Er zijn in het wetsontwerp een aantal technische aanpassingen gedaan. Het gaat te ver om daar nu uitgebreid op in te gaan. In beginsel blijft de regeling bestaan en daar zijn we allemaal blij mee.’
Er zijn ook kritische geluiden wat de BOR aangaat. Het is ooit begonnen met uitstel van betaling, gevolgd door afstel. De bedragen worden steeds hoger. Andere belastingplichtigen hebben die faciliteit niet?
‘Ik zie dat toch meer macro-economisch, zeker als je kijkt naar het level playing field waarbinnen dit soort familiebedrijven zich manifesteert. Daarin zitten ook beursfondsen en private equity fondsen die bij overdracht of opvolging geen last hebben van de problematiek die ontstaat bij fiscale afrekening. De afrekening bij een bedrijfsopvolging is een fiscale last die het familiebedrijf op achterstand plaatst. Daarom is de BOR/DSR van wezenlijk belang.
Het alternatief is namelijk dat, als je geen faciliteiten hebt, het bedrijfsleven in familiehanden op enig moment weglekt naar private equity of wordt overgenomen, zodat je uiteindelijk geen stevig gezond familiebedrijf meer als anker hebt in je economie. Wil je dat behouden, ook bezien vanuit het aspect van werkgelegenheid, dan zul je iets moeten doen. De BOR/DSR is ook in lijn met wat er in veel landen om ons heen gebeurt. Daar gaat het in de kern om. Ik beschouw het niet als individueel voordeel voor de familie in kwestie, maar veel meer vanuit het belang van dat segment voor onze economie.’
Vind je dat de fiscaliteit een rol kan spelen op de woningmarkt? En op welke manier zou dat kunnen gebeuren?
‘Men heeft inmiddels ingezien dat er een aantal fiscale struikelblokken zijn als het gaat om het bouwen en het ontwikkelen van woningen. Neem de zeer streng uitwerkende renteaftrekbeperking bij coöperaties en de hoogte van de overdrachtsbelasting voor investeerders. Zelfs Hugo de Jonge heeft recent gezegd: “De overdrachtsbelasting (van 10,4 procent voor beleggers) is een graat in de keel.” De verhuurmarkt lijkt alleen maar te verkrappen. Er komt zo langzamerhand het besef dat – wil je woningen bouwen en wil je mensen in de gelegenheid stellen een huis te huren of te kopen – een aantal fiscale heffingen moet worden heroverwogen. Het woningvraagstuk is uiteraard niet alleen een fiscale kwestie, maar ook en vooral een maatschappelijke kwestie. Kunnen we met z’n allen een huis vinden, daar gaat het om.’
Hoe zou de fiscaliteit een rol kunnen spelen op de arbeidsmarkt?
‘De vraag blijft natuurlijk: hoe gaan we om met verschillende vormen van arbeid, inclusief ondernemerschap. Verschillende vormen van arbeid worden nog steeds verschillend belast. Dit geldt ook voor ondernemingen in een eenmanszaak versus een eigen BV. Het globale evenwicht speelt daarbij een rol. De
actualiteit is dat de onlangs aangenomen amendementen ertoe leiden dat een ib-ondernemer inmiddels beter af is dan een dga. En ondernemers worden in 2024 hoger belast dan werknemers (bij een gelijk loon). Dat stimuleert ondernemerschap niet.’
Is het inmiddels helder of meer werken lonend is?
‘Nee, daar zit een meer fundamenteel probleem. Als je als overheid niet kunt uitleggen of een dag meer werk je financieel iets oplevert, of hoeveel het je partner loont om te gaan werken, dan geef je burgers niet het juiste perspectief als het gaat om ingrijpende, persoonlijke beslissingen. Hetzelfde geldt voor de stap om zelf te gaan ondernemen. Dat frustreert veel burgers en bedrijven.’
De klimaatopgaaf is een groot dossier. Hoe kun je via de fiscaliteit daar invloed op uitoefenen?
‘De klimaatopgaaf is zo groot dat je daar als overheid in moet sturen. Het idee dat je verbruik en vervuiling belast is niet nieuw, maar wordt steeds prangender. Die transitie kun je in zekere zin helpen versnellen door het meer belasten van verbruik en vervuiling enerzijds en tegelijkertijd incentives te bieden aan ondernemers om die transitie ook in gang te zetten. Misschien moet je daar ook wel particulieren bij betrekken. Het kabinet begint nu stappen te nemen om bijvoorbeeld bepaalde vrijstellingen op vervuilende activiteiten af te schaffen. Dat is onlangs aan de orde gekomen bij de bespreking van het Belastingplan in de Tweede Kamer. Per saldo zijn die stappen nog wel aan de magere kant; je zou nog veel meer moeten doen. Eén grote kanttekening moet daarbij wel worden gemaakt: als je wilt verschuiven van directe belastingen naar verbruiks- en vervuilingsbelastingen, moet worden bekeken of hetgeen je wilt bereiken uiteindelijk rendabel is.’
Een teveel aan gebruiks- en vervuilingsbelastingen kan averechts werken?
‘Als de belastingmix niet meer klopt, bestaat het risico dat economische activiteiten helemaal niet meer plaatsvinden of elders worden opgestart. Je wilt voorkomen dat een groene investering niet meer hier in Nederland, maar over de grens plaatsvindt. We zien op dit moment een beweging waar Nederland zeker een kandidaat is om een fabriek of een onderneming te huisvesten, maar dat er in het buitenland hogere subsidies gelden waardoor de investering naar het buitenland gaat. Dat heeft niet te maken met oordeel over vervuiling. Het gaat erom: heb je voldoende economische activiteit in Nederland en kun je het op die manier sturen? Als een grote batterijfabriek in Nederland wordt opgezet in plaats van in Duitsland, schept dat werkgelegenheid en welvaart. Je kunt als overheid dan helpen met dat op een duurzame wijze te doen.’
Verder lezen?
Wil je het hele interview met Niels Boef lezen? Dan kan in ons Belasting Magazine of in Nextens Naslag. De meest uitgebreide fiscale kennisbank van Nederland.