De regering wil een beperking voor de verrekening van de dividendbelasting met de vennootschapsbelasting in Nederland. Aanleiding is een uitspraak van het Hof van Justitie van de Europese Unie over de benadeling van buitenlandse vennootschappen. In de begroting voor 2021 is bovendien een bedrag van 910 miljoen euro gereserveerd voor mogelijke claims.
Franse regeling in strijd met Europees recht
De uitspraak van het Hof van Justitie EU had betrekking op de dividendbelasting in Frankrijk. Vennootschappen die niet gevestigd zijn in Frankrijk betalen altijd een dividendbelasting over dividenden die ze uit Frankrijk ontvangen. Vennootschappen die wel gevestigd zijn in Frankrijk betalen alleen dividendbelasting als ze in het betreffende boekjaar winstgevend waren. Het Hof oordeelde dat dit in strijd was met Europees recht.
Verrekening voorheffing met vennootschapsbelasting
Het Hof van Justitie kan tot een vergelijkbaar oordeel komen over een regeling in de Nederlandse belastingwetgeving, ook al is die niet helemaal hetzelfde, schrijft staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën. In Nederland gevestigde ondernemingen, stichtingen, verenigingen en organisaties die vennootschapsbelasting moeten betalen, de Vpb-plichtige lichamen, kunnen de verschuldigde vennootschapsbelasting verrekenen met voorheffingen als een dividend- of kansspelbelasting.
Als Vpb-plichtige lichamen wegens verlies geen vennootschapsbelasting betalen, dan kunnen ze die ingehouden voorheffingen terugkrijgen. In het buitenland gevestigde lichamen die geen Nederlandse vennootschapsbelasting betalen, maar wel dividenden uit Nederland ontvangen, hebben die mogelijkheid voor verrekening of teruggave niet. “Dit verschil in behandeling tussen Vpb-plichtige lichamen en buitenlandse lichamen (…) is mogelijk niet gerechtvaardigd gelet op het oordeel van het Hof van Justitie,” aldus staatssecretaris Vijlbrief in een toelichting.
Beleidsbesluit voor teruggaaf aan buitenlandse lichamen
De regering wil de mogelijkheid voor verrekening van voorheffingen beperken tot het bedrag van de verschuldigde vennootschapsbelasting. Niet verrekende voorheffingen worden doorgeschoven naar een later jaar. Daarnaast wordt gewerkt aan een beleidsbesluit voor de teruggaaf van betaalde dividendbelasting of kansspelbelasting aan in het buitenland gevestigde lichamen. In de begroting voor 2021 is een bedrag van 910 miljoen euro gereserveerd voor eventuele schadeclaims.