Het kabinet neemt maatregelen gericht op het stimuleren van investeringen. Juist nu de Nederlandse economie flinke klappen krijgt als gevolg van de coronacrisis is het van groot belang dat de investeringen zo veel mogelijk op peil blijven. Zodat de tijdelijke economische terugval geen langdurig karakter krijgt. Dat schrijft staatsecretaris Hans Vijlbrief van Financiën in een brief aan de Tweede Kamer over de vormgeving van de Baangerelateerde investeringskorting (BIK).
Tijdelijke aanvulling
Het kabinet draagt al aan het doel bij door extra te investeren en al geplande investeringen naar voren te halen. Maar de overheid kan het niet alleen. Zo’n 80 tot 85% van alle investeringen in Nederland worden gedaan door de private sector, schrijft Vijlbrief. Het doel van de BIK is dan ook het stimuleren en naar voren halen van investeringen van bedrijven tijdens de economische crisis die een gevolg is van het coronavirus.
Het kabinet stelt met de BIK een generieke regeling voor. De BIK vormt een tijdelijke aanvulling op reeds bestaande meer specifieke stimuleringsmaatregelen zoals de kleinschaligheidsinvesteringsaftrek (KIA), de energie-investeringsaftrek (EIA), de milieu-investeringsaftrek (MIA) en de willekeurige afschrijving milieubedrijfsmiddelen (VAMIL).
Verschillende investeringsregelingen
Het kabinet kiest dan ook bewust voor de mogelijkheid om verschillende investeringsregelingen tegelijkertijd te benutten. Voor kleinere investeringen kunnen de KIA en de BIK samengaan. Bedrijven die groene investeringen doen, kunnen dus profiteren van de BIK en tegelijkertijd ook van de EIA, MIA of VAMIL. Hierdoor worden ook groene investeringen nog aantrekkelijker.
Het betreft een tijdelijke regeling. Als de economische crisis voorbij is, is de maatregel in deze vorm niet langer nodig. De einddatum waar van wordt uitgegaan is 31 december 2022. Daarna zal het budget worden gebruikt voor een andere regeling met als doel het verlagen van werkgeverskosten.
Voorwaarden
De BIK is gericht op nieuwe investeringen in bedrijfsmiddelen, waarvan de investeringsverplichting is aangegaan op of na 1 oktober 2020. Daarbij moeten de investeringen met een laatste betaling in de periode van 1 januari 2021 tot en met uiterlijk 31 december 2022 volledig zijn betaald en binnen zes maanden na die volledige betaling in gebruik zijn genomen.
Door deze voorwaarden prikkelt de BIK werkgevers zoveel mogelijk tot het realiseren van nieuwe investeringen in 2021 en 2022. De regeling is geen beloning voor eerder gerealiseerde investeringen, of voor investeringen die pas op zeer lange termijn gerealiseerd worden. Door bedrijfsinvesteringen in 2021 en 2022 te stimuleren dempt de BIK de laagconjunctuur, en draagt de regeling bij aan het behoud van banen op de korte termijn, aldus de staatssecretaris.