Staatssecretaris Marnix van Rij van Fiscaliteit is ervan overtuigd dat de huidige box 3-heffing stand zal houden bij de rechter. Deze week werd bekend dat de Vereniging van Effectenbezitters (VEB) proefprocessen gaat voeren tegen de vermogenstaks. Volgens de belangenorganisatie zou de heffing over afgelopen jaar veel te hoog zijn. Van Rij zegt dat de VEB aan ‘cherrypicking’ doet.
In 2021 was het stil
De VEB wil het zogeheten forfaitair rendement van 5,5% via de rechter van tafel zien te krijgen. De Belastingdienst gebruikt deze fictieve opbrengst bij de belastingaanslag op beleggingen. De beleggersclub berekende zelf een negatief rendement over 2022 op effecten en vastgoed van gemiddeld 14%. Hun voorstel is dan ook om het forfait over vorig jaar op nul te zetten.
‘Ik heb de VEB niet gehoord over 2021’, reageert staatssecretaris Van Rij donderdag. De werkelijke rendementen lagen toen een stuk hoger dan 5,7% waarmee de fiscus dat jaar werkte. Het ministerie van Financiën schuift de aandelenindex MSCI Europe die met 23% procent steeg, en de huizenprijzen die met 20% stegen naar voren. Enkel op obligaties boekten beleggers een bescheiden negatief rendement.
Andere cijfers
Van Rij heeft bovendien ook minder dramatische cijfers dan de VEB over 2022. Op aandelen een min van 8%, het rendement op staatsleningen een plus van 1,3% en de huizenprijzen stegen met 2,7%. De staatssecretaris benadrukt dat iedereen bezwaar mag maken die denkt dat het werkelijke rendement lager is dan het forfait. ‘Maar dan zal je het, a, moeten bewijzen, en b, moeten beseffen dat het ook bestaat uit ongerealiseerde koerswinst — ook over bijvoorbeeld tweede huizen’, aldus Van Rij.
Willie Wortel-formule
Tot er een stelsel kan worden geïntroduceerd op basis van werkelijke rendementen, geldt er overbruggingswetgeving. Spaarders betalen belasting op basis van de gemiddelde spaarrente (0% in 2022) over het bedrag op hun spaarrekening.
Voor overig vermogen werkt de fiscus met een forfaitair rendement dat is gebaseerd op een gemiddelde over 15 jaar. Van Rij noemt het zelf een ‘Willie Wortel-formule’. Hij heeft er vertrouwen in dat de Willie Wortel-formule stand zal houden bij de rechter. Uiteindelijk zal de Hoge Raad zich daar over moeten uitspreken erkent hij. ‘Daarbij is het wel van belang, voor Financiën, voor de politiek en belastingplichtigen, dat daar snel duidelijkheid overkomt.’
Verfijning
Toch weet ook Van Rij dat het forfait vorig jaar en mogelijk ook dit jaar, veel hoger kan zijn dan wat een individuele belastingplichtige werkelijk heeft behaald. Daarom kijkt Financiën op verzoek van de Tweede Kamer naar een verfijning van de overbruggingsregelgeving.
Een optie is onderscheid maken tussen de verschillende beleggingen, obligaties, aandelen, vastgoed en crypto’s. Daarnaast kan het langjarige gemiddelde worden vervangen. Daarbij zullen de bezwaren van vastgoedbeleggers tegen de stapeling van fiscale maatregelen worden meegenomen in het onderzoek van Financiën.