Bedrijven moeten minder vage winstbegrippen gebruiken. Dat wil de Europese effectenmarkttoezichthouder Esma. Uit onderzoek van de toezichthouder blijkt dat slechts een op de zeven bedrijven houdt zich aan de regels voor het gebruik van andere winstbegrippen dan nettowinst.
Boekhoudacrobatiek
De vele manieren waarop bedrijven hun resultaten publiceren maakt het moeilijker om bedrijven te vergelijken. Beursgenoteerde bedrijven moeten goed kijken naar ‘de bruikbaarheid van alle alternatieve prestatiemaatstaven die ze gebruiken’ stelt het eind december verschenen rapport.
Veel bedrijven gebruiken prestatiebegrippen als ebit, ebitda of operationeel resultaten die afwijken van de standaard definitie van nettowinst. Vaak omdat bedrijven allerlei posten uit het financiële eindresultaat willen houden. Paul Koster van beleggersvereniging VEB noemt het ‘Je reinste boekhoudacrobatiek’, schrijft het FD.
Behalve Esma roepen ook de Europese waakhonden waaronder de Autoriteit Financiële Markten bedrijven op om minder gebruik te maken van eigen winstbegrippen. Daarbij behoort meer uitleg bij de jaarcijfers ook tot de eisen.
IASB-voorstel
In december kwam de International Accounting Standards Board (IASB) al met een voorstel voor drie vaste definities en een verplichte strengere uitleg die bedrijven daarbij moeten geven. IASB wil zo meer transparantie en discipline afdwingen. Het moet daarnaast ook helpen om verwarring over winsten onder beleggers tegen te gaan.
Het voorstel staat nu open voor consultatie tot halverwege 2020. Esma wil de resultaten van het onderzoek gebruiken in reactie op de IASB voorstellen.
Aanvullende richtlijnen
In 2016 werden al aanvullende richtlijnen ingesteld door de toezichthouders. Deze schrijven onder andere voor dat de beursgenoteerde bedrijven bij gebruik van alternatieve winstbegrippen ook moeten uitleggen wat er wel en niet in is meegenomen. Ook moet duidelijk zijn hoe de gebruikte begrippen verschillen van elkaar en de nettowinst.
De bedrijven in het onderzoek dat Esma deed naar zijn richtlijnen scoorden slecht. Slechts zestien van de 123 onderzochte bedrijven voldeden aan de richtlijnen. In meeste gevallen werd niet bij alle alternatieve begrippen uitleg gegeven of betrof het een karige uitleg.
Toezichthouders kunnen de bedrijven niet zelf beboeten. Wel kan bijvoorbeeld de AFM een bericht publiceren over de gemaakte fouten en zo afdwingen dat een bedrijf deze corrigeert. In uiterste gevallen kan een zaak worden voorgelegd aan de Ondernemingskamer, aldus het FD.