De Bond voor Belastingbetalers en de staatssecretaris van Financiën treffen elkaar voor de Hoge Raad. Inzet is de (fictieve) rendementsheffing in box 3 van de inkomstenbelasting. De heffing is op dit moment gebaseerd op een fictief rendement van 4 procent, terwijl dit volgens de Bond al lang niet meer haalbaar is. Dat schrijft het FD.
Massaal bezwaar
Beide partijen mogen voor de hoogste, Nederlandse rechter in belastingzaken hun zaak bepleiten in een massaal bezwaar tegen de vermogensrendementsheffing over 2014. De Bond voert de procedure namens belastingplichtigen.
In strijd met ‘recht ongestoord genot van eigendom’
Het Gerechtshof Amsterdam oordeelde eerder dat de heffing in box 3 van de inkomstenbelasting in strijd is met ‘het recht op ongestoord genot van eigendom’. Het Hof verbond echter geen consequenties aan dit oordeel. In cassatie hoopt de Bond dat de Hoge Raad dat alsnog doet en gedupeerde belastingbetalers schadeloos stelt.
Dit vindt u mogelijk ook interessant:
Alternatieven box 3: vermogen overhevelen naar box 2
Haalbaarheid rendement verkeerd beoordeeld
De staatssecretaris meent daarentegen dat het Hof zich heeft vergaloppeerd. Hij is in cassatie gegaan, omdat de Amsterdamse raadsheren volgens hem de haalbaarheid van het forfaitair rendement van 4 procent verkeerd hebben beoordeeld. Ze gingen niet alleen uit van een te korte termijn, maar vergisten zich ook in de vermogensbestanddelen waarop dit rendement is gebaseerd, betoogt de landsadvocaat.
Aandelen en vastgoed
Het is nooit de bedoeling geweest dat belastingplichtigen 4 procent zouden verdienen door hun geld veilig op een spaarrekening te zetten of staatsobligaties te kopen. Voor dit fictieve rendement gaat de Staat er sinds de invoering van box 3 in 2001 vanuit dat particulieren ook beleggen in aandelen of vastgoed.
Verweerschrift Belastingdienst
In het verweerschrift dat de Belastingdienst namens de staatssecretaris naar de Hoge Raad heeft gestuurd, staat zelfs dat aandelen en vastgoed risico-arme beleggingen zijn. Als zodanig mogen deze meegeteld worden voor het fictieve rendement. Dit leidde tot verbaasde reacties bij de regeringsfracties van VVD en CDA. Zij stelden hierover schriftelijke vragen aan de staatssecretaris.