De accountant van PwC had de miljardenfraude van Bernard Madoff niet hoeven zien. Dat staat in een uitspraak van de rechtbank van Amsterdam. De zaak was aangespannen door de curatoren van drie beleggingsfondsen die geld staken in het piramidespel van de oplichter. Dat schrijft het FD.
Boekencontrole PwC
Tussen 1998 en 2005 controleerde de Nederlandse tak van PwC de boeken van drie Fairfield-fondsen en keurde de jaarrekeningen goed. Het geld vloeide via een ander fonds naar het investeringsvehikel van Madoff. Dat bleek later frauduleus.
Opgelicht voor 21 miljard
Madoff werd in 2008 opgepakt voor een oplichting van 21 miljard dollar. De rechter veroordeelde hem een jaar later tot een gevangenisstraf van 150 jaar. Hij bleek zijn beleggingen te hebben verzonnen en betaalde beleggers met het geld van andere beleggers.
Rechtszaken
Sinds de oplichtingspraktijken aan het licht zijn gekomen, vechten beleggers, curatoren en accountants in rechtszalen wereldwijd over de vraag of de boekcontroleurs de fraude hadden moeten zien. PwC schikte twee jaar geleden nog voor 55 miljoen dollar met gedupeerden in de Verenigde Staten. De accountant bekende geen schuld, maar de schikking werd gesloten ‘om van de zaak af te zijn’.
Geen blaam
In de zaak waarover de Nederlandse rechter vorige week uitspraak deed, treft de accountant geen blaam. De curatoren wilden de schade die zij leden door de fraude verhalen op de accountant, maar daar gaat de rechtbank niet in mee. Dat het bedrijf van de controlecliënt frauduleus was, betekent nog niet dat de accountant beroeps- en gedragsregels heeft geschonden, oordeelt de rechter. Hierbij wijst de rechtbank op een uitspraak van de tuchtrechter uit 2021. Die oordeelde toen al dat PwC niets te verwijten viel.