De Tijdelijke Ondersteuning Noodzakelijke Kosten (TONK) regeling wordt veel minder gebruikt dan aanvankelijk werd verwacht. Gemeenten rekenden op tienduizenden landelijke aanvragen waar de teller nu op duizenden aanvragen blijft steken. De regeling is voor mensen die vanwege de coronapandemie hun woonlasten niet goed kunnen betalen.
Pittige eisen
Men kan hiervoor steun aanvragen voor de periode van januari tot en met juni 2021. Gemeenten zijn zelf verantwoordelijk voor de regels en de hoogte van de uitkering. Er is €260 miljoen beschikbaar gesteld door het kabinet. Volgens verschillende belangenorganisaties wordt er zo weinig gebruikt gemaakt van de regeling omdat de regels te streng zijn, schrijft NOS.
Zo zegt Cristel van de Ven van Vereniging Zelfstandigen Nederland (VZN) dat zelfstandigen die in zwaar weer verkeren wel kijken naar de regeling, maar weer niet in aanmerking komen. “Deze regeling gaat geen hulp brengen, de voorwaarden zijn wederom pittig en ook zijn er heel veel verschillen tussen gemeenten. De ene gemeente zegt dat je je spaargeld eerst moet opeten tot €6000, de andere tot €30.000.”
Partnertoets
Anne-Marie Harmsen van de Kunstenbond stelt hetzelfde vast. Veel van hun leden zijn van modaal naar bijstandsniveau gezakt. De eerste TOZO-regeling zonder partnertoets bracht verzachting maar de nieuwe rondes van de regeling brachten juist ellende. Daar moest de TONK een oplossing voor bieden. Maar die blijkt dezelfde grondslag te hebben.
“Ook voor de TONK kom je vaak niet in aanmerking met een werkende partner of als je net boven bijstandsniveau uitkomt. Dit is een nijpend probleem”, stelt Harmsen. Operazangeres Charlotte Houberg, zit in een dergelijke situatie. Haar partner heeft werk en ze heeft wat spaargeld dus kan ze geen TONK krijgen terwijl ze die eigenlijk wel nodig heeft.
Draagkracht
Het maximale bedrag verschilt bovendien behoorlijk per gemeente. In Utrecht ligt het maximum op €1500 voor de gehele periode van zes maanden. Terwijl in Coevorden maximaal €1000 per maand oftewel €6000 voor de gehele periode. Volgens Peter Heijkoop van de VNG komt dit simpelweg omdat in Oost-Groningen bijvoorbeeld andere woonlasten zijn dan in een stad als Amsterdam.
De VNG roept de gemeenten wel op om niet te streng te zijn. De TONK moet echt een hulp zijn voor de mensen. “Hij is niet voor niets in het leven geroepen.” Het ministerie van Sociale Zaken zegt dat de gemeente zelf moet bepalen of een huishouden voldoende draagkracht heeft of niet. De TONK wordt verstrekt voor het deel dat niet zelf kan worden gedragen, aldus NOS.