Mogen landen elkaar dwingen belasting te heffen? Of is dat een ongeoorloofde schending van de nationale soevereiniteit? Die vraag kan gesteld worden bij een recent voorstel van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso) in strijd tegen belastingontwijking. Een van de onderwerpen die op tafel ligt, gaat over Beps. Dat schrijft het FD.
Base erosion and profit shifting
De Oeso borduurt voort op het actieprogramma van de G20 in 2015 tegen belastingontwijking. Dit richtte zich tegen uitholling van de belastinggrondslag en schuiven met winsten door internationale ondernemingen. Dit wordt ‘base erosion and profit shifting’ (Beps) genoemd.
Beps levert weinig op
De Oeso constateert dat het Beps-programma weinig oplevert. Multinationals blijven legale, maar onwenselijke, wegen bewandelen om zo min mogelijk belasting te betalen. De denktank wil daarom dat de winsten van deze ondernemingen wereldwijd tegen een minimum effectief tarief worden belast. Hoe hoog dit tarief moet zijn, wordt niet genoemd.
Vergaande stap
Er bestaat geen instantie die landen kan verplichten om winst- of vennootschapsbelasting te heffen of tarieven kan vaststellen. De Oeso wil daarom landen het recht geven in eigen land belasting te heffen of aftrek van kosten achterwege te laten als winsten van multinationals elders onvoldoende worden belast. Voor- en tegenstanders spreken van een vergaande stap.
Aansluiten bij belastingstelsel VS
De maatregel sluit aan bij het nieuwe Amerikaanse belastingstelsel. Daarin staat dat de Verenigde Staten extra belasting heffen als Amerikaanse bedrijven onvoldoende worden belast in landen waarin zij hun winsten boeken.