Voor elektriciteitsproducenten gaat vanaf 1 januari de nieuwe CO₂-heffing van start. Het is een belasting op de uitstoot van CO₂ bij de opwekking van elektriciteit. De nieuwe heffing moet volgens het regeerakkoord van Rutte III in 2020 €220 miljoen opbrengen en vanaf 2030 structureel €620 miljoen.
Lage minimumprijs
Maar dat lijkt onhaalbaar. Om eventuele gaten in de begroting te dichten zette staatssecretaris Menno Snel van Financiën vorig jaar al twee keer €200 miljoen opzij. Dat geld is beschikbaar dankzij het voortbestaan van de dividendbelasting. Het bleek een goed idee bij de indiening van het wetsvoorstel voor de CO₂-minimumprijs afgelopen juni, dat schrijft het FD.
De CO₂-heffing is namelijk gekoppeld aan het Europese handelssysteem voor CO₂-uitstoot-rechten, het ETS. En wanneer de Europese prijs onder de Nederlandse minimumprijs zakt, moeten de stroomproducenten in Nederland belasting betalen. Maar die minimumprijs is zo laag vastgesteld dat de komende tien jaar de prijs van de ETS-rechten niet zal worden gehaald. Voorlopig betalen de elektriciteitsproducenten niets over hun uitstoot. Misschien zelfs wel nooit.
Lijk in de kast
Omdat de beoogde opbrengst in de meerjarenbegroting blijft staan, zitten de kabinetten vanaf 2022 met een gat in hun begroting opgescheept. De tekorten zijn alleen voor deze regeerperiode hersteld door Snel. De dividendbelasting meevaller staat vanaf 2022 gereserveerd voor de uitvoering van het Klimaatakkoord.
Op deze manier laat het kabinet dus een lijk achter in de kast. De openstaande rekening van ruim €600 miljoen is diep in de begrotingsstukken terug te vinden volgens fiscalist Michiel Spanjers. Dat schrijft hij in zijn column in het Weekblad Fiscaal Recht. Spanjers, die met een promotieonderzoek bezig is aan de Universiteit Leiden, ziet de opportunistische wijze waarop met begrotingsregels wordt omgesprongen.
Tweede Kamerleden worden geacht dekking te geven als ze een paar miljoen willen verschuiven bij de behandeling van de belastingvoorstellen voor 2020. ‘Budgetneutraliteit is ook het uitgangspunt bij de herziening van de vermogensrendementsheffing die is aangekondigd. Tegelijkertijd moffelt het kabinet de gemiste opbrengst van de CO₂-minimumprijs onder het tapijt’, aldus Spanjers.
Leveringszekerheid van elektriciteit
Tweede Kamerlid Bart Snels van GroenLinks heeft de staatssecretaris in de schriftelijke behandeling van de CO₂-minimumprijs aan vragen gesteld over hoe het kabinet denkt het gat te dichten. Snels is niet tevreden met de ‘vage antwoorden’. En zal er op terug komen tijdens de mondelinge behandeling over twee weken, aldus het FD.
Het ministerie zegt dat van de hogere minimumprijs van €43 per ton CO₂ in 2030 moet worden afgezien omdat bij die prijs de leveringszekerheid van elektriciteit in gevaar zou komen. De prijs is nu nog steeds een prikkel voor stroomproducenten om te verduurzamen. En de hogere ETS-opbrengsten compenseren het grootste deel van misgelopen inkomsten, aldus Financiën.