Uit onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek, in opdracht van het ministerie van sociale zaken, blijkt dat circa 856.000 werknemers geen pensioenregeling hebben. 40 procent van hen heeft een vast contract, de rest heeft een tijdelijk of een flexibel contract. Op vragen van Tweede Kamerlid Van Weyenberg (D66) geeft minister Koolmees (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) aan ervan te zijn geschrokken.
Groep zonder pensioen aanzienlijk groter dan gedacht
De omvang van de witte vlek op pensioengebied wordt al geruime tijd op periodieke basis gemonitord door het CBS. Het tot voorkort meest recente CBS-onderzoek uit 2016 was gebaseerd op cijfers ultimo 2013. Er was destijds sprake van een witte vlek van 4% (circa 228 duizend personen). In het nieuwste onderzoek dat in november is gepubliceerd en wat de stand van zaken ultimo 2016 weergeeft, is deze groep aanzienlijk groter.
Onderzoek aangepast
Wat het nieuwe onderzoek anders maakt, is dat het CBS nu werknemers heeft meegenomen van wie het jaarloon lager ligt dan het wettelijk minimumloon. 147.000 mensen in deze groep hebben geen pensioenregeling bij hun werkgever. Het CBS heeft ook meer bedrijfstakken meegenomen, waaronder uitzendbureaus.
Koolmees: ‘geen algemene pensioenplicht’
De minister geeft aan geschrokken te zijn over het feit dat de recente onderzoeksresultaten zoveel afwijken van eerdere onderzoeken. Koolmees vervolgt dat in Nederland geen algemene pensioenplicht bestaat. Bij bedrijven die niet onder de verplichtstelling vallen en waarin deelname aan een pensioenregeling ook niet in een CAO is vastgelegd, zijn werkgever en werknemer vrij om afspraken te maken over een pensioenregeling. “Dan kan ook de consequentie zijn dat er geen verplichte pensioenopbouw wordt afgesproken. We zien dat relatief vaak binnen commerciële dienstverlening. De verantwoordelijkheid ligt in eerste instantie bij sociale partners in de bepaalde bedrijfstak.”