Afgelopen donderdag maakte de Nederlandse Vereniging van Banken (NVB) bekend dat er in de afgelopen maand 5,4 miljard euro aan financiële steun is geboden aan bedrijven. De verwachting is dat daar de komende tijd nog miljarden bijkomen. Bijna 100.000 bedrijven hebben al gebruik gemaakt van de zogenaamde ‘aflosvakantie’.
Verschillende regelingen
Zo worden de zes maanden pauze op lopende kredieten genoemd die de banken sinds een maand aanbieden. Hiermee is tot nu toe 2,4 miljard euro gemoeid. Daarnaast zijn er nog 5.000 bestaande kredietklanten die een extra lening of extra ruimte op lopende kredieten kregen bij hun eigen bank. Bij elkaar ongeveer 3 miljard euro.
En dan is er ook nog de overheidsgarantstelling op kredieten voor bedrijven waar banken normaal niet zo makkelijk geld aan verstrekken. De zogenoemde BMKB-regeling liet iets langer op zich wachten. De verwachting is dat er nog zo’n 800 tot 1000 ondernemingen BMKB-kredieten ontvangen voor zo’n 250 tot 350 miljoen euro.
De tweede garantiestelling, de GO-regeling is ook voor grotere bedrijven beschikbaar. De voorwaarden voor die regeling moeten nog worden gepubliceerd. Naar verwachting zullen hier nog zo’n 1.100 bedrijven belangstelling voor hebben.
Probleemgroepen
Er worden dus grote hoeveelheden bedrijven geholpen met de verschillende regelingen. Maar bij de berichtgeving hierover volgt een disclaimer van de banken: zij kunnen, mogen en gaan niet iedereen helpen. Vooral de kleinere bedrijven lijken buiten alle regelingen te vallen. Zij die relatief kleine kredieten willen, tot 50.000 euro, zijn volgens de banken juist moeilijkere gevallen.
Omdat deze groep vaak enkel een zakelijke rekening heeft een geen krediet is er bij de banken veel minder kennis over de financiële gezondheid van deze bedrijven. Het is dan dus lastig om er achter te komen of zo’n bedrijf een lening van tienduizenden euro’s aan kan.
Banken zijn om die reden niet erg happig op het vestrekken van die leningen of vragen extra hoge rente om risico’s af te dekken. Daar heeft niet iedere ondernemer trek in.
Nog een probleemgroep: bedrijven in sectoren die het al voor de crisis moeilijk hadden, zoals horeca en winkels. In de opgestelde BMKB-regels staat dat de gegarandeerde kredieten alleen mogen worden verstrekt aan ‘in de kern gezonde’ bedrijven. Dit is voor de banken ook een belangrijke voorwaarde omdat ze het anders over een paar jaar aan de stok krijgen met de toezichthouders.
Andere aanpak
De groepen die achter het net vissen worden actief verwezen naar de overheidsregelingen. Maar er zit een gat tussen wat de overheden bieden en wat banken bieden. De banken en ministeries zijn hierover druk in gesprek. Ook is er overleg met de ondernemersorganisaties.
Rabobank-voorzitter Wiebe Draijer stelt voor om in bepaalde sectoren groepen ondernemers in ‘batches’ te gaan goedkeuren: dat scheelt onderzoekstijd, kosten en dus renteopslag.
VNO-NCW en MKB-Nederland willen dezelfde aanpak als bij de oosterburen. Daar staat de overheid nu voor 100 procent garant op kleine leningen aan kleine en middelgrote ondernemingen. Zo’n garantie kan ook helpen om de banken sneller te laten werken, redeneren de ondernemersorganisaties, aldus het NRC.