De Belastingdienst heeft tussen 1 maart en 1 mei voor de aangifte inkomstenbelasting 2019 ruim 9,3 miljoen aangiften binnen gekregen. Op de laatste dag ontving de Belastingdienst nog 347 duizend aangiften, een record.
Bijzondere aangifteperiode
Mits er geen uitstel is aangevraagd, zijn mensen verplicht om in de periode tussen 1 maart en 1 mei aangifte te doen. Het totaal aantal ontvangen aangiften is ondanks de bijzondere omstandigheden rond COVID-19 nagenoeg vergelijkbaar met vorig jaar (toen: 9,5 miljoen). Meer mensen kregen uitstel: bijna 3 miljoen, tegen 2,7 miljoen tijdens de aangifteperiode vorig jaar.
Vanwege de coronacrisis werd de publiekscampagne ook aangepast, om mensen nadrukkelijker te wijzen op de mogelijkheid tot het aanvragen van uitstel.
“We willen iedereen bedanken die aangifte heeft gedaan”, zegt Liane Vlaskamp, algemeen directeur Particulieren van de Belastingdienst. “Door de coronacrisis was het een bijzondere aangifteperiode. Vanwege de coronamaatregelen hebben we helaas de mensen die echt hulp bij aangifte nodig hebben nog niet persoonlijk kunnen helpen. Hopelijk is dit binnenkort weer mogelijk. Deze mensen zijn we tegemoet gekomen door hen waar nodig automatisch uitstel te verlenen.”
Digitale aangiften en vragen
Vrijwel alle aangiften zijn digitaal bij de Belastingdienst binnen gekomen. Vergeleken met vorig jaar is het gebruik van de aangifte-app gestegen, met ruim 16% tot bijna 495 duizend aangiftes. De app was goed voor 6% van alle aangiftes.
Tussen 1 maart en 1 mei kwamen bij de Belastingtelefoon zo’n 594 duizend telefoontjes binnen over de aangifte inkomstenbelasting. Via Twitter en de Facebookpagina werden 3.000 berichten over de aangiftes beantwoord. De meeste vragen van particulieren gingen over het aangeven van andere inkomsten uit arbeid en het aftrekken van hypotheek- en zorgkosten.