169 instellingen die van groot maatschappelijk belang zijn, krijgen een zware accountantscontrole. Dat heeft Minister Hoekstra van Financiën besloten. Het gaat voornamelijk om woningcorporaties en grote pensioenfondsen, alsook netbeheerders en enkele wetenschappelijke instellingen. Dat schrijft het FD.
Nieuwe opzet
Het verscherpte regime werd drie jaar geleden al aangekondigd, na een reeks incidenten die het vertrouwen in de accountantscontrole deed verdampen. De nieuwe opzet voorziet in aanvullende waarborgen voor de kwaliteit van de boekencontrole.
Eisen boekencontrole omhoog
De 169 instellingen krijgen formeel de status van ‘organisatie van openbaar belang’ (oob). Daarmee gaan de eisen voor de boekencontrole omhoog. Dat betekent dat de accountantsverklaring pas wordt afgegeven als de controle is getoetst door een onafhankelijke kwaliteitsbeoordelaar binnen het accountantskantoor. Die beoordelaar mag niet betrokken zijn geweest bij de boekencontrole zelf. Een andere voorwaarde is dat de accountantsfirma’s zijn advies- en controlewerkzaamheden gescheiden moet houden.
Flinke kostenpost
De nieuwe maatregel betekent ook meer werk voor accountantsfirma’s die in veel gevallen al moeite hebben om de huidige controles tijdig uit te voeren. Voor de maatschappelijke organisaties betekenen de strengere eisen extra kosten van 19 miljoen per jaar. De grootste post is de kwaliteitsbeoordeling die 40.000 euro per geval gaat kosten. Dat is gebaseerd op tachtig uur werk tegen een uurtarief van 500 euro. Ook de verplichte auditcommissie, die binnen de raad van commissarissen is belast met de aanstelling van de externe accountant, is een kostenpost voor de instellingen.
Tien accountantskantoren
De controle van de oob’s is voorbehouden aan tien accountantskantoren die daarvoor een vergunning hebben. Het gaat om de Big Four en een aantal middelgrote kantoren.