Het kabinetsplan voor nieuwe zzp-wetgeving is een stuk lastiger uitvoerbaar dan aanvankelijk gedacht, erkennen minister Wouter Koolmees (Sociale Zaken) en staatssecretaris Menno Snel (Financiën). Niettemin blijft de voorgenomen ingangsdatum van 1 januari 2020 overeind, verzekerden zij maandag aan enkele tientallen zelfstandigen en hun opdrachtgevers, dat schrijft het FD. Deze ‘veldpartijen’ waren – al voor een tweede maal – uitgenodigd om mee te denken.
EU-wetgeving
Het doel blijft de zzp’ers en hun opdrachtgevers meer zekerheden te bieden, en voor eens en voor altijd duidelijk te maken wie zich zelfstandig ondernemer mag noemen en wie niet. Maar of dat precies kan zoals is beschreven in het regeerakkoord van oktober 2017 valt te bezien, bleek maandag. De Nederlandse plannen om laagbetaalde zzp’ers te beschermen met een tariefbodem stroken mogelijk niet met EU-wetgeving, aldus topambtenaar Martin Flier van Sociale Zaken.
Toetsing
Voor het zomerreces had Koolmees al aan de Kamer gemeld dat de Europese rechter zo’n minimumtarief kan zien als beperking van het vrije verkeer van diensten. Ook het voornemen om zzp’ers boven een bepaald uurtarief meer vrijheid te geven blijkt lastig in Europees verband. ‘Dit is een zeer complex dossier, op fiscaal gebied, op juridische gebied, en we lopen aan tegen het Europees recht’, zei Koolmees maandag.
Het kabinet stuit ook op problemen in de handhaving. Want hoe moet de Belastingdienst toetsen wat er allemaal inbegrepen is in de uurtarieven van zzp’ers?