Ook volgende generaties moeten kunnen wonen in een Nederland met goede zorg, goed onderwijs, een leefbare omgeving én zij moeten genoeg geld overhouden om zelf te kunnen besteden. In het geval van een toekomstige economische dip, is het belangrijk om die klappen op te kunnen vangen zónder directe bezuinigingen. Daarvoor is economische groei nodig. Het kabinet trekt de komende vijf jaar in totaal 20 miljard euro uit voor investeringen die daaraan gaan bijdragen. Dit geld, ondergebracht in het Nationaal Groeifonds, gaat naar kennisontwikkeling, fysieke infrastructuur, en onderzoek, ontwikkeling & innovatie.
Economie moet harder en anders groeien
De ministerraad is akkoord met het voorstel hiervoor van ministers Wiebes (Economische Zaken en Klimaat) en Hoekstra (Financiën). Het Nationaal Groeifonds is bedoeld voor eenmalige publieke investeringen, niet voor terugkerende overheidsuitgaven. Het fonds krijgt een eigen begroting en een onafhankelijke commissie beoordeelt de voorstellen. De Tweede Kamer moet instemmen met de verdeling van geld over de drie investeringsterreinen kennisontwikkeling, fysieke infrastructuur, en onderzoek, ontwikkeling & innovatie.
De economische gevolgen van het coronavirus maken nog eens extra duidelijk dat welvaart en economische groei niet vanzelfsprekend zijn. Het onderstreept hoe belangrijk het is om in goede tijden buffers op te bouwen zodat er in slechte tijden kan worden geïnvesteerd in plaats van bezuinigd. Daar komen nog andere uitdagingen bij, zoals de vergrijzing, klimaatverandering en een lagere groei van de productiviteit. Om de welvaart de komende 20 tot 30 jaar te behouden en te vergroten, moet de economie harder en anders groeien. Dat is nodig om in de toekomst gezondheidszorg, onderwijs en pensioenen te kunnen betalen en daarnaast geld over te houden voor de huishoudportemonnee.
Werking groeifonds
Ondernemers, (mkb-)bedrijven, kennisinstellingen en andere partijen krijgen een belangrijke rol bij het aandragen van investeringsvoorstellen. Het ministerie dat over een specifiek onderwerp gaat, dient een voorstel vervolgens formeel in. Een investeringsvoorstel heeft een minimumomvang van 30 miljoen euro, er geldt geen maximumomvang per project.
Er zijn op korte termijn al kansen voor investeringen die helpen om in de toekomst de welvaart en het verdienvermogen te vergroten. Daarom wil het kabinet nog deze kabinetsperiode besluiten over enkele projecten die hieraan bijdragen. Omwille van de tijd is er voor deze eerste ronde geen brede uitvraag voor projecten gedaan, maar is gekozen voor het indienen van voorstellen waarvoor al goed uitgewerkte plannen liggen.
Voor een objectief en politiek onafhankelijk oordeel over de ingediende investeringsvoorstellen stelt het kabinet een onafhankelijke commissie in. Geld wordt pas beschikbaar gesteld na een positief advies van deze commissie en een besluit van het kabinet. Bij de jaarlijkse ‘Staat van de Economie’ maken de ministers van Economische Zaken en Klimaat en Financiën de investeringsplannen voortaan bekend.