Ook bij het gerechtshof Arnhem-Leeuwarden krijgt de Belastingdienst gelijk in een zogenaamde Edelweisszaak. De Edelweissroute is erop gericht het recht van successie/erfbelasting over zwart vermogen van de erflater te ontduiken door pas na het verstrijken van de navorderingstermijn van 12 jaar de Belastingdienst te informeren. Het hof is van mening dat de in artikel 66 van de Successiewet opgenomen onbeperkte navorderingsbevoegdheid niet in strijd met het (Europese) recht is.
Feiten
De vader van de belanghebbende is in 2000 overleden. Tot de nalatenschap behoren buitenlandse banktegoeden die niet in de aangifte voor het recht van successie zijn opgenomen. Belanghebbende heeft in 2014, met een beroep op de inkeerregeling, de Belastingdienst geïnformeerd over deze tegoeden. De navorderingsaanslag recht van successie is in 2016 opgelegd, dat schrijft Rechtspraak.
Daarop is de belanghebbende bij de rechtbank Gelderland een procedure gestart tegen de fiscus. De rechtbank heeft op 30 januari 2018 de Belastingdienst in het gelijk gesteld. De fiscus mocht de navorderingsaanslag recht van successie – 16 jaar na het overlijden – opleggen.
Legaliteitsbeginsel
In het hoger beroep op de uitspraak heeft het Hof de uitspraak van de rechtbank Gelderland bevestigd. Artikel 16 van de AWR bepaalt dat de navorderingsbevoegdheid na 12 jaar vervalt. Artikel 66 van de Successiewet bepaalt per 1 januari 2012 dat voor de heffing van erfbelasting – in afwijking van artikel 16 van de AWR – de navorderingsbevoegdheid niet vervalt.
Uit de wetsgeschiedenis heeft het hof afgeleid dat de onbeperkte navorderingsbevoegdheid is ingevoerd om de zogenoemde Edelweissroute onmogelijk te maken. Het hof oordeelt dat de onbeperkte navorderingsbevoegdheid niet in strijd is met het legaliteitsbeginsel. In het Unierecht bestaat een algemeen rechtsbeginsel volgens welk rechthebbenden zich niet door middel van misbruik en fraude kunnen beroepen op het Unierecht en daarvan is hier volgens het hof sprake, aldus Rechtspraak.