Wanneer je als stichting of vereniging winst maakt, ben je ruimer vrijgesteld van winstbelasting dan waar de Belastingdienst tot nu toe van uitging. De Hoge Raad legt de belastingvrijstelling in de wet namelijk ruimer uit dan de fiscus deed.
Arrest Hoge Raad
Vrijdag publiceerde de Hoge Raad een arrest waaruit blijkt dat er een verschil is wetsinterpretatie. Een vereniging die in 2009 is gestart als onderneming, maakte terecht bezwaar tegen de winstbelasting die de Belastingdienst hen in 2012 oplegde. Dit blijkt uit een oordeel van de hoogste belastingrechter. Voor stichtingen en verenigingen die minder dan vijf jaar bestaan en winst maken, kan deze uitspraak drastische gevolgen hebben.
De vereniging uit het arrest behaalde in de jaren 2010, 2011 en 2012 een winst van resp. €9.884, €28.443 en €31.414. Als een stichting of vereniging winst maakt, ook zonder winstoogmerk moet er belasting betaald worden, aldus het FD.
Voor deze rechtspersonen kent de Wet op de vennootschapsbelasting een vrijstelling. Ze hoeven geen belasting te betalen als ze in een jaar minder dan €15.000 winst maken. Ook is de winst vrijgesteld wanneer die opgeteld bij de resultaten over de voorgaande vier jaar niet boven de €75.000 uitkomt.
Meningsverschil?
De vereniging in kwestie en de belastinginspecteur verschilde van mening over de toepassing van die laatste vrijstelling. De belastinginspecteur was van mening dat de grens van €75.000 naar rato van het aantal jaren dat de vereniging bestond moest worden toegepast. Dit houdt in dat hij over 2012 een aanslag oplegde. De winst lag dat jaar namelijk boven de €15.000 en de opgetelde winst over de laatste drie jaar steeg uit boven de €45.000, drie vijfde van €75.000.
De vereniging stapte naar de rechter omdat die er niet mee akkoord was. Zij volgde de argumentatie in het bezwaar dat de €75.000 een absolute grens is die niet mag worden verlaagd naar rato van het aantal jaren dat een stichting of vereniging bestaat. Het gerechtshof zette in hoger beroep een streep door dit vonnis. Het hof sloot zich aan bij de rekenwijze van de fiscus, aldus het FD.
Uitleg van advocaat
‘Ik kan me de argumentatie van het hof nog wel voorstellen dat je de vrijstelling naar rato moet gebruiken, maar zo staat het gewoon niet in de wet’, zegt advocaat Jojanneke Sitsen van het kantoor De Bont Advocaten, die de vereniging bijstond. ‘De Hoge Raad vindt ook dat de wettekst letterlijk moet worden uitgelegd. Als de wetgever iets anders had gewild, dan was dat wel naar voren gekomen in de memorie van toelichting bij de wet of bij de parlementaire behandeling ervan.’