Een rechtszitting over het toezicht op de accountantssector leidde deze week tot een harde confrontatie tussen toezichthouder AFM en accountantskantoren PwC en EY. De advocaten van de kantoren beschuldigden de AFM ervan feiten te verdraaien en gewone controlefouten op te kloppen tot ernstige fouten om boetes te rechtvaardigen. Dat schrijft het FD.
Vonnis 2017
Aanleiding voor de aanvaring is een vonnis, waarmee de rechtbank Rotterdam eind 2017 twee boetes van de AFM van tafel veegde. De rechter oordeelde toen dat de toezichthouder op basis van fouten van een individuele accountant niet mag concluderen dat de organisatie van een heel kantoor niet deugd. De AFM tekende beroep aan, wat donderdag diende bij het College van Beroep voor het Bedrijfsleven in Den Haag.
Principieel
AFM vindt dat het als toezichthouder op basis van ernstige tekortkomingen in individuele dossiers boetes mag opleggen aan een accountantskantoor. De zaak is voor AFM principieel, omdat deze draait om ‘de core business’ van accountantskantoren en ‘adequaat toezicht’ daarop.
Fouten in controledossiers
De oorspronkelijke zaak gaat over fouten die AFM heeft gevonden in vier van de tien onderzochte controledossiers uit de periode 2012-2013 bij PwC. Bij EY waren dat er drie. EY en PwC kregen daar respectievelijk 2,2 miljoen euro en 845.000 euro boete voor. De dossierfouten tonen volgens de AFM aan dat de organisatie van die kantoren op dat moment niet deugde.
Schending van zorgplicht?
De rechter vroeg de AFM om de methode te onderbouwen. “Je moet wel een stap zetten om van de fouten in de individuele dossiers een conclusie te kunnen trekken over schending van de zorgplicht van een organisatie. De vraag is of die stap hier is gezet”, stelde de voorzitter van de rechtbank. De toezichthouder geeft hierop aan dat het simpelweg ‘een onhaalbaar vereiste’ is om onderzoek te doen naar het stelsel van kwaliteitsbeheersing en –beleid. De uitspraak van de rechter wordt in juni verwacht.