De regering stelt ruim een half miljard euro aan coronasteun beschikbaar voor gemeenten, provincies en waterschappen. Het geld is bedoeld als bijdrage voor de uitvoering van het normale takenpakket en als compensatie voor misgelopen inkomsten en extra uitgaven in verband met de coronacrisis.
Gemeenten staan dicht bij de burgers
De steun werd dinsdag aangekondigd door minister Kajsa Ollongren van Binnenlandse Zaken en staatssecretaris Hans Vijlbrief van Financiën. “De coronacrisis heeft een enorme impact op alle Nederlanders. Het zijn gemeenten, provincies en waterschappen die het dichtst bij mensen staan in deze onzekere tijd,” aldus Ollongren. Het pakket van 566 miljoen euro werd samengesteld in overleg met de lokale overheden.
Bijdrage voor noodopvang kinderen
Het geld is specifiek bedoeld voor algemene taken als jeugdzorg en hulp voor burgers volgens de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo). Maar ook voor extra kosten door de coronamaatregelen, zoals de noodopvang van kinderen van ouders met cruciale beroepen en een bijdrage aan de Sociale Werkbedrijven. Door de maatregelen waren die bedrijven gesloten en vielen de bedrijfsopbrengsten weg waarmee de loonkosten voor medewerkers werden gefinancierd.
Borging van culturele infrastructuur
Een deel van het bedrag is bedoeld voor het in stand houden van onder meer bibliotheken, muziekscholen en filmhuizen. “Dit met het oogmerk op borging van de lokale en regionale culturele infrastructuur. De organisaties missen nu onder andere inkomsten uit kaartverkoop en horeca, terwijl de vaste lasten zoals huisvesting en beveiliging doorlopen,” schrijven de ministers in een brief aan de Tweede Kamer. Het fonds voor de ondersteuning van lokale media is verlengd tot eind 2020.
Compensatie voor toeristen- en parkeerbelasting
Het pakket compenseert verder voor dalende inkomsten. Door de coronamaatregelen worden gemeenten geconfronteerd met lagere inkomsten uit toeristen- en parkeerbelasting en uit de verhuur van faciliteiten. Daarnaast lopen medeoverheden het risico dat burgers en ondernemers hun lokale belastingen niet kunnen betalen. In sommige gevallen kiezen lokale en regionale overheden voor de kwijtschelding of verlaging van belastingen.
Vastzetting Rijksbijdrage geeft rust
De regering heeft verder gekozen om de bijdrage uit het gemeentefonds en provinciefonds tijdelijk vast te leggen op een niveau. De fondsen zijn de belangrijkste bron van inkomsten voor gemeenten en provincies. Normaal volgt die bijdrage de stijging of daling van de rijksuitgaven, maar de regering heeft besloten om in 2020 en 2021 de stand uit de voorjaarsnota 2020 aan te houden.
“Het is goed dat we extra middelen beschikbaar hebben gemaakt voor belangrijke voorzieningen, én dat de inkomsten van de lokale overheden vanuit het Rijk in 2020 en 2021 zijn vastgezet en niet meer kunnen schommelen. Dat geeft zoveel mogelijk rust,” aldus staatssecretaris Vijlbrief in een toelichting.
Het pakket volgt op eerdere maatregelen voor de ondersteuning van gemeenten, zoals een compensatie voor de kwijtschelding van huur aan sportverenigingen en een vergoeding voor de uitvoering van de Tijdelijke overbruggingsregeling zelfstandig ondernemers (Tozo). Het overleg met de gemeenten over de financiële gevolgen van de coronacrisis wordt onverminderd voortgezet.