Aan het eind van dit jaar moet een nieuw internationaal belastingstelsel klaar zijn om opbrengsten uit de digitale economie te verdelen. Een flinke fiscale uitdaging voor bijna 140 landen. Een groeiend aantal landen heeft al een zogenaamde digitaks geïntroduceerd om de voornamelijk Amerikaanse techreuzen als Amazon, Facebook en Google te kunnen belasten.
Onrust
De grote bedrijven zijn misschien niet fysiek op het grondgebied maar verdienen wel geld met hun digitale diensten. De snel toenemende mate waarop de digital service tax (DST) wordt toegepast zorgt voor angst bij de multinationals. Een dubbele belasting is vrijwel onvermijdelijk. Maar ook de overheid van de Verenigde Staten is niet te spreken over de digitaks waardoor handelsoorlogen dreigen. Omdat vooral Amerikaanse bedrijven opdraaien voor de nieuwe belasting.
Zo liep de confrontatie tussen Donald Trump en zijn Franse Collega Emmanuel Macron af met een sisser. Frankrijk stelde de invoering van de DST uit en de VS zag af van de strafheffingen op Franse producten, beide in afwachting van een internationale regeling die de Oeso nog dit jaar moet zien te onderhandelen met 137 landen. De Oeso doet dit in opdracht van de G20, schrijft het FD.
Deel van de winst
Afgelopen najaar kwam de denktank uit Parijs met het voorstel een deel van de winsten van de multinationals toe te rekenen aan de landen waar zij het geld verdienen. De betreffende landen krijgen daarbij het recht belasting te heffen over dat deel van de winsten. Nu betalen de multinationals alleen belasting in landen met een vestiging of waar het intellectueel eigendom onder gebracht.
Ondanks de brede steun voor het Oeso-voorstel blijft het lastig om te implementeren. Zo zijn er bedrijven die straks in zestig in plaats van dertig landen belasting moeten afdragen. Er zijn zelfs voorbeelden waarbij in bijna tweehonderd landen diensten worden aangeboden. De vraag is hoe het moet worden geregeld dat al die landen een deel van de belastingopbrengst krijgen.
Revolutie
Eén van de vragen die moet worden beantwoord is welk deel van de bedrijfswinsten moet worden toegeschreven aan gebruikers en afnemers van diensten en producten. Het toeschrijven van winst aan de aanwezigheid van gebruikers en afnemers is een echte revolutie in het internationale belastingsysteem. Die verschuiving zal niet alleen invloed hebben op de internetgiganten maar ook op makers van consumentenartikelen, zoals bijvoorbeeld autofabrikanten of kledingconcerns. Business-to-business valt buiten de belastingplicht.
De Oeso gebruikt graag een autobandenfabrikant als voorbeeld. Wanneer deze verkoopt aan de auto-industrie valt dit niet onder de nieuwe regeling, maar wanneer rechtstreeks of via een dealer aan consumenten wordt verkocht moet wel belasting worden betaald in het land van verkoop, aldus het FD.