Fiscale prikkels helpen weinig om vrouwen te bewegen tot langere werkweken. Dat concludeert econoom Nicole Bosch in haar proefschrift. In het onderzoek buigt ze zich over belastingmaatregelen die vanaf 2001 zijn ingevoerd om langere werkweken lonend te maken voor samenwonende vrouwen en moeders. Haar bevinding: de doelgroep was slecht op de hoogte van de voordelen of stond er simpelweg onverschillig tegenover. Dat schrijft het FD.
Heffingskorting tweede verdiener
De Nederlandse overheid probeerde bij een stelselwijziging in 2001 vrouwen te verleiden om hun korte werkweken te verlengen via een heffingskorting voor de tweede verdiener in het huishouden. Door de marginale druk te verlagen voor de minderverdienende partner, moest de prikkel verdwijnen voor vrouwen met een goedverdienende man.
Werkweek van 25 uur
Het gewenste effect bleef echter uit, maar de toch al hoge arbeidsdeelname van Nederlandse vrouwen liep wel verder op. Hun gemiddelde werkweek bleef echter stabiel rond de 25 uur per week, wat erg laag is binnen Europa. “Je zou verwachten dat ze wel moeite willen doen voor een lager tarief”, zegt Bosch tegen het FD. “Maar werknemers weten meestal niet precies waar de grens ligt. Hun werkgevers beschikken wel over die kennis, maar missen meestal het overzicht, omdat zij het inkomen na aftrekposten niet kennen.”
Zelfstandigen reageren wel
Uit het promotieonderzoek blijkt verder dat zelfstandigen wel hun inkomen aanpassen in reactie op een hoger marginaal tarief. Zij reageerden veel sterker dan werknemers op de stelselwijziging van 2001 en op de kleinere aanpassingen in 2005 en 2007. Zelfstandigen beschikken ook over meer mogelijkheden om belasting te ontwijken of ontduiken. Ze voeren zelf hun inkomen en aftrekposten op en winnen waarschijnlijk extern fiscaal advies in om de belastingdruk te minimaliseren, aldus Bosch.