We bevinden ons momenteel in een crisis, waarbij de overheid historisch hoge bedragen leent om de economie te ondersteunen. Dit volgt op een in historisch opzicht zeldzame gebeurtenis van een geheel andere orde, namelijk van opeenvolgende jaren met een overschot op de begroting. De piek van die reeks overschotten lag in 2019, toen er 14 miljard euro meer binnenkwam dan er werd uitgegeven. Dankzij dat overschot nam de staatsschuld in 2019 af naar 48,6 procent van het bruto binnenlands product.
Terugkijken
Dat blijkt uit het Financieel Jaarverslag van het Rijk en de jaarverslagen van alle departementen die minister Wopke Hoekstra van Financiën vandaag, op Verantwoordingsdag, namens het kabinet naar de Tweede Kamer stuurt. In de jaarverslagen maakt het kabinet de balans op van de inkomsten en uitgaven in 2019 en geeft het inzicht in hoe de verschillende ministeries het geld hebben besteed. De Algemene Rekenkamer laat vandaag in een reactie op de jaarverslagen weten of het geld op de bedoelde plekken terecht is gekomen en wat er beter kan.
“In de wetenschap dat heel veel zelfstandigen, werknemers en ondernemers op dit moment met een hoop creativiteit vechten om het hoofd boven water te houden, kijken we op 2019 terug als een jaar van grote voorspoed”, zegt Hoekstra, “Veel mensen vonden een baan, salarissen van leraren konden verder omhoog, belastingen omlaag en er is flink geïnvesteerd in onder meer veiligheid en klimaat.”
Koopkrachtstijging, klimaat, gaswinning en onderuitputting
De cao-lonen groeiden in 2019 met 2,5 procent ten opzichte van 2018, maar de inflatie nam met 2,6 procent net iets meer toe. Mede door lastenverlichting voor burgers was er per saldo nog een koopkrachtstijging van ongeveer 1 procent. Een recordaantal mensen had een baan in 2019. Er was ruimte om zowel de staatsschuld naar beneden te brengen als verder te investeren en belastingen te verlagen.
Het kabinet trok vorig jaar extra geld uit voor onder meer het omlaag brengen van de uitstoot van stikstof, voor klimaatmaatregelen, onderwijs en veiligheid. Daarnaast kwam er minder geld binnen door het versneld afbouwen van de gaswinning in Groningen. Net als in eerdere jaren is niet al het gereserveerde geld besteed. Dit komt onder meer door de ambitieuze investeringsagenda van het kabinet in combinatie met de goede economische situatie en krappe arbeidsmarkt. De onderuitputting over 2019 is 1,8 miljard euro. Het grootste deel van dat geld blijft beschikbaar voor latere jaren.