EY heeft een onredelijk forse factuur gestuurd naar twee particulieren. Het ging om een rekening voor werk dat buiten de vaste prijsafspraken viel. De rechtbank Rotterdam heeft nu bepaalt dat EY €22.314,34 voor zijn diensten krijgt, en niet de €133.953,05 die ze in eerste instantie hadden gefactureerd.
Uitspraak is uitzonderlijk
De zaak waarover de rechter in Rotterdam zich boog draait om een correctie van een aangifte inkomstenbelasting in een niet nader genoemd land. Twee klanten van het advieskantoor (waarschijnlijk een echtpaar) hadden in 2014 verzuimd het inkomen uit hun spaartegoed op te geven in de aangifte. Dat verzuim werd hersteld door EY in 2017 waarnaar een factuur volgde van bijna €134.000. Door die rekening is nu een dikke streep gezet.
Volgens hoogleraar fiscale economie Peter Kavelaars, komen discussies over de hoogte van facturen wel vaker voor maar dat de rechter er aan te pas komt is uitzonderlijk. Het komt vrijwel nooit voor dat rechters beslissen over de vergoeding van een groot belastingadvieskantoor. De kantoren worden liever niet met naam en toenaam genoemd in een civiel vonnis, dat schrijft het FD.
Schikking
Dat laatste zorgt er waarschijnlijk ook voor dat het kantoor de zaak niet tot het bittere eind uitvecht, stelt de hoogleraar. Kavelaars was tot voor kort ook directeur van het wetenschappelijk bureau van Deloitte. In de meeste gevallen wordt er geschikt. EY laat in een reactie hetzelfde geluid horen. Ieder jaar lopen enkele incassoprocedures via de rechter. Het kantoor heeft nog niet besloten of het in hoger beroep gaat.
EY stapte in eerste instantie naar de rechter omdat de klanten niet meer dan €56.354,57 van de factuur betaalden. In reactie op de gang naar de rechter werd ook dat bedrag ter discussie gesteld. De rechter ging deels mee in het betoog van de gedaagden en stelde de vergoeding vast op €22.314,34.
Onvoldoende onderbouwd
Het kantoor zal dus €34.040,23 moeten terugbetalen aan zijn cliënten. Daarnaast moet het kantoor de kosten van het proces evenals de advocaat van tegenpartij betalen. Alles bijelkaar een slordige €6000. Toen de gedaagden in 2017 klant werden bij EY, maakten zij afspraken over de werkzaamheden. EY zou de belastingaangiftes voor de cliënten en hun kinderen in drie lande n gaan verzorgen, fiscale adviezen geven en indien nodig extra werk verrichten.
Voor de eerste twee diensten werden de vergoedingen contractueel vastgelegd. Voor het meerwerk zou met uurtarieven worden gewerkt. Die variëren van €125 tot €425. Het advieskantoor gaf bovendien aan dat het voor substantiële extra diensten doorgaans een aparte overeenkomst met prijsafspraken maakt.
Bij het herstel van de aangifte in 2014 werd geen afzonderlijk Statement of Work gemaakt. Het oordeel van de rechter luidt dan ook dat EY ten onrechte bedragen in rekening heeft gebracht. Het kantoor zou de omvang van het boekenonderzoek onvoldoende hebben onderbouwd, aldus het FD.