De Fiscale inlichtingen- en opsporingsdienst (Fiod) heeft dinsdag Frank V., een voormalige bankier bij Fortis, gearresteerd op verdenking van fraude met dividendbelasting ter waarde van miljoenen. Deze arrestatie markeert het eerste resultaat van drie grote onderzoeken naar dividendstrippen, die momenteel worden uitgevoerd door het Openbaar Ministerie (OM).
Internationale operatie
Frank V., een beurshandelaar die internationaal bekend staat als een van de grondleggers van deze illegale vorm van aandelenhandel, wordt beschuldigd van het opzettelijk indienen van onjuiste aangiften met betrekking tot dividendbelasting en dividendstrippen, dat schrijft het FD.
De Belastingdienst beweert dat ze hierdoor een verlies van €4 miljoen hebben geleden. Deze arrestatie maakt deel uit van een bredere internationale operatie onder leiding van Eurojust, de Europese justitiedienst die zich bezighoudt met onderzoek naar dividendstrippen. Op dezelfde dag werd ook in Finland een persoon gearresteerd in verband met dit onderzoek.
Witteboordencriminaliteit
Volgens het OM zijn er verschillende vormen van dividendstrippen, waarbij handelaren onterecht dividendbelasting terugvorderen. Justitie beschouwt dividendstrippen als een ernstige vorm van georganiseerde witteboordencriminaliteit, die de schatkist jaarlijks honderden miljoenen euro’s kost. Onderzoekers van de Universiteit van Mannheim hebben geschat dat er tussen 2000 en 2020 in Europa een bedrag van €141 miljard is gefraudeerd. De Nederlandse schatkist is daarbij voor €26 miljard benadeeld.
Teruggave dividendbelasting
Er zijn momenteel drie strafrechtelijke onderzoeken naar dividendstrippen gaande, onder leiding van het Functioneel Parket, die al geruime tijd lopen. Het OM kan op dit moment geen verdere informatie verstrekken over de inhoud van deze zaken. Wel wordt gemeld dat de woning van Frank V. in Aerdenhout is doorzocht, evenals het kantoor van zijn belastingadviseur.
De arrestatie van Frank V. heeft betrekking op een ‘CumCum-zaak’, waarbij aandelen gedurende een korte periode rond een dividenduitkering tijdelijk worden overgedragen aan een partij met een gunstigere positie wat betreft dividendbelasting. Buitenlandse banken en twee pensioenfondsen zijn hierbij betrokken. Er zouden afspraken zijn gemaakt over de verdeling van de teruggevorderde dividendbelasting.
Het onderzoek richt zich ook op de vraag of de betrokken buitenlandse pensioenfondsen voldoen aan de voorwaarden die in Nederland gelden, en wat hun relatie is met Frank V. Volgens de Nederlandse wet hebben alleen pensioenfondsen die aan specifieke voorwaarden voldoen recht op teruggave van Nederlandse dividendbelasting.
Niets te verwijten
Frank V. stond al geruime tijd onder de aandacht van de Duitse justitie, die de voormalige Fortis-bankier beschouwt als het brein achter dividendstrippen. Toen hij nog actief was als bankier, verdiende hij aanzienlijk meer dan de zittende raad van bestuur van de bank, dankzij een lucratieve bonusregeling. Dit zorgde destijds voor interne spanningen.
Fortis probeerde via een rechtszaak zijn bonus te verlagen, maar V. trok aan het langste eind. Niet lang daarna verliet hij de bank en ging hij aan de slag bij handelshuis Van der Moolen, waar hij zijn winstgevende activiteiten met dividendstrippen voortzette. V., die naar schatting een vermogen van €170 miljoen heeft volgens zakenblad Quote, heeft altijd volgehouden dat hij niets te verwijten valt.
Juridische strijd met DNB
De afgelopen jaren heeft V. opvallend vaak met succes gestreden tegen toezichthouders. In 2021 voerde hij met succes een juridische strijd tegen een directeur toezicht pensioenfondsen van De Nederlandsche Bank (DNB), nadat deze hem en het pensioenfonds van zijn vermogensbeheerder Global Securities Finance Solutions (GSFS) ‘misleidende informatie’ had verstrekt.
Een zakenpartner van V. in Zuid-Afrika, waarmee hij destijds in conflict lag, had bij DNB informatie opgevraagd over V. en zijn reputatie. De betreffende DNB-directeur had daadwerkelijk informatie gedeeld met deze zakenpartner. Later moest zij excuses maken, omdat de rechtbank oordeelde dat zij ‘onjuiste en lasterlijke uitspraken’ over V. had gedaan. Kort daarna moest DNB ook de eerder opgelegde boetes aan GSFS en het gerelateerde pensioenfonds intrekken.
DNB beschuldigde de ondernemingen van het overtreden van de pensioenwet, omdat de opbrengsten van het pensioenfonds hoofdzakelijk ten goede kwamen aan andere partijen dan de pensioendeelnemers. Het College van Beroep voor het bedrijfsleven (CBb) vernietigde deze beschuldigingen en schrapte alle opgelegde boetes aan zowel de vermogensbeheerder als het pensioenfonds, evenals aan de vier betrokken bestuurders. Daarnaast moest de Nederlandse Staat hen een schadevergoeding betalen, aldus het FD.