Van alle mkb-bedrijven in Nederland heeft een derde deel uitstel van betaling bij de fiscus aangevraagd en ook gekregen. Dat heeft het Centraal Bureau voor de Statistiek gepubliceerd aan de hand van de voorlopige cijfers over de steunmaatregelen voor bedrijven in het kader van de coronacrisis. Horecabedrijven vroegen het vaakst uitstel van betaling aan.
7% van alle bedrijven
Ook bij de andere steunmaatregelen springt de horeca eruit. Nederland telt zo’n 66.000 mkb-bedrijven. Daarvan kunnen bijna 21.000 ondernemers de belasting later betalen. Van de iets kleinere bedrijven (2 tot 10 werkzame personen) vroeg en kreeg zo’n 12% uitstel. Bij de eenpitters was dat minder dan 5%.
Van 1 april tot en met 12 juni verleende de fiscus vanwege de crisis aan 128.000 ondernemingen drie maanden uitstel van betaling. Daarbij gaat het om de inkomstenbelasting, Zorgverzekeringswet, vennootschapsbelasting, loonheffingen en omzetbelasting (btw). Dit is 7% van alle bedrijven in Nederland. Het percentage wordt flink naar beneden gehaald doordat ruim driekwart van alle bedrijven 1 werkzame persoon heeft.
€9,8 miljard
Van de horecabedrijven met 10 tot 250 werknemers kreeg zo’n 57% uitstel van betaling. Financiële dienstverleners uit het mkb maakten van deze faciliteit nauwelijks gebruik; slechts 1 op de 7 deed het verzoek om in een later stadium belasting te betalen.
De Belastingdienst heeft tot en met 12 juni in totaal voor zo’n €9,8 miljard uitstel verleend. Voor de grotere bedrijven met 250 werknemers of meer ging het daarbij om een bedrag van €3,5 miljard. Bedrijven die uitstel van belasting aanvroegen, maakten in veel gevallen ook gebruik van andere steunmaatregelen, aldus het FD.