Er ligt een concreet voorstel voor de invoering van belasting op aandelentransacties in Europa. Het voorstel is ingediend door de Duitse minister van financiën Olaf Scholz. Het idee voor de belasting bestaat al geruime tijd en is ontstaan na de kredietcrisis in 2008. Maar tot nu toe kwam het niet van de grond.
Voor en tegenstanders
Er is lange tijd over onderhandeld in Europa. De Duitsers willen in 2021 van start met negen andere Europese landen. De heffing op EU-niveau moet worden gemodelleerd naar Frans voorbeeld. Het gaat om een taks op transacties in aandelen. Met uitzondering van derivatenhandel. De opbrengst van €1,5 miljard wil de Duitse minister gebruiken voor pensioenen. Hij ziet graag meer betrokkenheid van de financiële sector bij de financiering van de maatschappij, dat schrijft het FD.
Er is ook weerstand tegen de taks en over het nut en de invoering wordt al jaren gedebatteerd. Duitsland was aanvankelijk ook tegen de taks maar heeft zich nu aangesloten bij Frankrijk en de andere landen. Het EU-verdrag staat de mogelijkheid tot ‘versterkte samenwerking’ toe. Nederland is geen voorstander van de heffing.
Financial Transaction Tax
De belasting staat in de planning voor Frankrijk, België, Griekenland, Spanje, Italië, Oostenrijk, Portugal, Slovenië en Slowakije. Frankrijk, Het Verenigd Koninkrijk en Italië hebben al een belastingheffing op effectentransacties. Afgelopen zomer presenteerden de landen hun voornemen in Brussel. Minister Wobke Hoekstra van Financiën heeft niets tegen de versterkte samenwerking. Maar stelde toen dat Nederland onder geen beding mee zal doen.
De heffing staat ook wel bekend al de Financial Transaction Tax (FTT) of Tobin-taks en wordt geheven op aandelen in bedrijven met een waarde van boven de €1 miljard. In Duitsland zijn dat 145 bedrijven, in de tien landen samen zijn dat meer dan 500 beursgenoteerde bedrijven. Beleggers in de aandelen moeten een belasting van 0,2% betalen van de transactiewaarde. In het VK is de heffing hoger, namelijk 0,5%.
Tegenargumenten en uitzonderingen
Het idee achter de taks is vooral om speculanten met een kortetermijndoelstelling meer te belasten. Het belangrijkste tegenargument van Nederland is dat ook de pensioenfondsen geraakt zullen worden. Tegenstander vinden verder dat de administratieve rompslomp niet op weegt tegen de opbrengst.
Er zijn naast de uitsluiting van derivatenhandel nog andere uitzonderingen. Elke lidstaat kan bijvoorbeeld zelf beslissen of beleggingsfondsen en soortgelijke producten voor particuliere pensioenvoorzieningen moeten worden belast. Nieuwe aandelen bij een beursgang behoren ook de uitzonderingen, aldus het FD.