De coronacrisis resulteert hoe dan ook in een recessie. In het beste geval is er in het derde kwartaal van dit jaar al sprake van economisch herstel, in het slechtste geval duurt het herstel tot de tweede helft van 2021. Dat blijkt uit vier verschillende scenario’s van het Centraal Planbureau (CPB) voor de impact van het coronavirus.
Verminderde productie en lagere vraag
Het CPB noemt de crisis uitzonderlijk door de combinatie van een verminderde productie en een lagere vraag. Sectoren liggen bijna stil door contactbeperkingen, de beperkte inzet van werknemers en/of een haperende aanvoer van onderdelen. De vraagkant wordt ook beïnvloed door contactbeperkingen, het uitstel van aankopen en investeringen en een verminderde uitvoer. Hoe langer de crisis duurt, hoe groter de kans op problemen voor de financiële sector.
Neergang dieper dan crisis 2008 en 2009
De economie wordt in alle scenario’s hard geraakt met een negatieve groei van 1,2 tot 7,7 procent in 2020, aldus het CPB. De voorspellingen voor 2021 variëren van een toename van 3,8 procent groei van het bruto binnenlands product (BBP) tot een krimp van 2,7 procent. “In drie van de vier scenario’s is de neergang dieper dan in de crisis van 2008/2009,” aldus het CPB. Berekeningen voor de werkloosheid variëren van 4,5 procent tot 9,4 procent.
De economische schade wordt beperkt door maatregelen van de overheid. “Het beleid is erop gericht om ontslagen en faillissementen te beperken. Dat voorkomt een neerwaartse spiraal en blijvende economische schade,” schrijft het CPB. De overheidsfinanciën verslechteren in alle scenario’s, maar zelfs in het slechtste geval komt de schuld niet in de gevarenzone. In het zwaarste scenario loopt de schuld op tot 73,6 procent van het BBP. Dat percentage wordt nog niet als risicovol gezien.
Aannames over de duur en impact
De vier scenario’s zijn gebaseerd op een aannames over de duur van de maatregelen en de impact op verschillende sectoren. In het lichtste scenario wordt bijvoorbeeld uitgegaan van contactmaatregelen voor drie maanden. De productiecapaciteit blijft hierin op peil door steun van de overheid. Het zwaarste scenario is gebaseerd op maatregelen voor een periode van twaalf maanden, problemen in de financiële sector en de noodzaak om veel bedrijven te redden.
Het CPB benadrukt dat de scenario’s geen ramingen zijn. Ze moeten niet gezien worden als een onder- en bovengrens van mogelijke uitkomsten. “Het is ook niet zozeer relevant of een scenario uitkomt of welk het meest plausibel is. Juist door de scenario’s te vergelijken, kan op geordende wijze worden nagedacht over de ontwikkelingen,” aldus het CPB. “Naarmate meer informatie beschikbaar komt, kan wel duidelijk worden dat bepaalde scenario’s meer of minder waarschijnlijk worden.”