Volgens het CPB pakt het kabinet brievenbusfirma’s niet voldoende aan en zal er meer actie ondernomen moeten worden om de rol van Nederland als doorsluisland naar belastingparadijzen in te perken. Dat stelt Laura van Geest, directeur van het Centraal Planbureau (CPB) in een gesprek met NRC.
Maatregelen niet voldoende
Het kabinet spreekt zijn ambitie over het aanpakken van brievenbusfirma’s uit, maar volgens Van Geest blijft Nederland een grote rol spelen in de internationale belastingontwijking. Zij ziet niets in de maatregelen die het kabinet nu in wil zetten.
Brievenbusfirma’s
Jaarlijks passeert zo’n 180 miljard euro Nederland onbelast in de vorm van dividend, royalty’s en rente. Via brievenbusfirma’s staat 4.500 miljard euro aan kapitaal gestald in Nederland, becijfert het CPB. Om dit aan te pakken zou het kabinet volgens Van Geest meer ambitie moeten tonen, zonder het vestigingsklimaat te schaden.
Eerste stap
Van Geest ziet wel dat de maatregelen van het kabinet een eerste stap zijn. Zo wordt er vanaf 2020 een belastingheffing ingevoerd op geldstromen richting belastingparadijzen. Het kabinet kan volgens het CPB echter strenger zijn over welke landen het definieert als belastingparadijs en dus op welke dividenden, rentes en royalty’s belasting moet worden betaald.
Internationaal
Ook kan het kabinet scherper definiëren wanneer een bedrijf echt gevestigd is in Nederland of een brievenbusfirma is. Ten slotte zou het kabinet internationaal meer kunnen samenwerken om de belastingplanning van multinationals te bestrijden. Meer informatie uitwisselen en pleiten voor een Europese heffing op die geldstromen.