De communicatie rond het niet automatisch verlengen van voorlopige teruggaven 2021 zal beter worden ten opzichte van voorgaande jaren. Dat schrijft staatssecretaris Hans Vijlbrief in een brief aan de Tweede Kamer. De aanleiding hiervoor was dat in december 2019 bleek dat een relatief groot aantal personen dat over 2019 een voorlopige teruggave kreeg deze in 2020 niet meer kreeg.
Onvoldoende tijd
Dit moet voorkomen dat mensen achteraf een ontvangen teruggave weer moet terugbetalen wanneer die ten onrechte is ontvangen. Uit Kamervragen in februari bleek dat belastingplichtigen hier niet tijdig en adequaat over werden ingelicht. Waardoor ze niet tijdig alsnog een voorlopige aanslag aan konden vragen als zij hier wel recht op meenden te hebben.
Deze maand gaat de voorlopige aanslagcampagne 2021 van start. In de communicatie wordt het proces van de voorlopige teruggaaf beter uitgelegd stelt Vijlbrief. Ook zal duidelijker worden aangegeven wat de belastingplichtige kan doen om weer een voorlopige teruggaaf aan te vragen. De informatie zal duidelijker en prominenter op de website worden aangeboden schrijft de staatssecretaris.
Interactie
De interactie met de belastingplichtige die in 2021 geen voorlopige teruggave krijgt zal er als volgt uit gaan zien:
- De brieven waarin staat dat er geen voorlopige aanslag wordt opgelegd worden vanaf de tweede week van december in de loop van enkele dagen verzonden. Elektronisch (via de Berichtenbox) zijn deze brieven direct beschikbaar. De papieren brieven zijn iets later beschikbaar, omdat de post er langer over doet om een brief te bezorgen.
- De belastingplichtige die na ontvangst van deze brief meent recht te hebben op een maandelijkse teruggave kan hiertoe een verzoek doen. Dit verzoek kan sinds 1 december worden gedaan. Op de website van de Belastingdienst staat van dit moment een formulier klaar om een verzoek in te dienen. Met dit formulier geeft de belastingplichtige een opgave van zijn vermoedelijke fiscale situatie in het nieuwe jaar op basis waarvan de voorlopige teruggave wordt berekend.
- In januari zijn er drie momenten waarop wordt uitbetaald. De meeste mensen krijgen half januari uitbetaald. Voor personen waar geen uitbetaling heeft plaatsgevonden in de eerste ronde, maar die daar wel recht op hebben, vinden aan het eind van januari twee extra uitbetaalrondes plaats.
- Als het verzoek wordt ontvangen in uiterlijk week één van januari, dan vindt in de meeste gevallen een uitbetaling plaats in deze maand. Als een verzoek handmatig moet worden behandeld is echter meer tijd nodig. Dit kan het geval zijn wanneer het teruggaveverzoek erg afwijkt van de beschikbare data of bij uitzonderlijk hoge aftrekbedragen. Het verzoek is dan vermoedelijk verkeerd ingevuld, waardoor een handmatige beoordeling nodig is.
- Dit betekent dus dat verreweg de meeste mensen, nadat zij de brief hebben ontvangen waarin staat dat zij geen automatische negatieve voorlopige aanslag krijgen, nog voldoende tijd hebben om een aanvraag te doen. Indien deze aanvraag juist is, kunnen zij tijdig een betaling ontvangen.