Er bestaan grote regionale verschillen in de ontwikkeling van de waterschapsheffing. Dat blijkt uit onderzoek van COELO van de Rijksuniversiteit Groningen. COELO onderzocht de ontwikkeling van belastingtarieven van waterschappen in de afgelopen bestuursperiode, met het oog op de naderende verkiezingen voor de waterschapsbesturen op 20 maart.
Belasting waterschappen
Waterschappen zorgen ervoor dat het rioolwater wordt gezuiverd, dijken onderhouden worden en beheren tevens het oppervlaktewater. De activiteiten worden gefinancierd uit belastinggelden. Huishoudens betalen verschillende belastingen aan hun waterschap.
Zuiveringsheffing
Gemiddeld betaalt een meerpersoonshuishouden in 2019 149 euro aan zuiveringsheffing. Dat is 20 euro minder dan in 2015. In Limburg is het tarief met 144 euro het laagst, in Delfland met het hoogst. Daar betaalt een meerpersoonshuishouden in 2019 281 euro.
Het tarief van de zuiveringsheffing is in de afgelopen bestuursperiode het sterkst gestegen in Rijnland waar een meerpersoonshuishouden 33 euro meer is gaan betalen. Dat is een stijging van gemiddeld 5,3 procent per jaar. In Schieland en de Krimpenerwaard is het tarief het sterkst gedaald, met gemiddeld 3,1 procent per jaar. Daar betaalt een meerpersoonshuishouden 20 euro minder dan in 2015.
Ingezetenenheffing
Met de opbrengst van de ingezetenenheffing betalen waterschappen onder meer het onderhoud van dijken en het wegpompen wat water. Gemiddeld betalen huishoudens in 2019 88 euro. Het bedrag varieert van 43 euro in de Dommel tot 145 euro in Delfland.
De heffing is sinds 2015 procentueel het sterkst gestegen in Noorderzijlvest in Groningen. Huishoudens in dit waterschap zijn in 2019 25 euro meer kwijt dan in 2015. Dat is een gemiddelde jaarlijkse stijging van 9,5 procent. De stijging is het kleinst in Rijnland waar een huishouden 2,50 euro meer kwijt is. Overigens betalen huishoudens van Rijnland in 2019 wel meer (105 euro) dan inwoners van Noorderzijlvest (82 euro).
Heffing gebouwd
Huiseigenaren betalen het waterschap de ‘heffing gebouwd’. Ook deze heffing wordt gebruikt om kosten van dijkonderhoud en waterpeilbeheer te dekken. Het tarief is een percentage van de WOZ-waarde, net als de onroerendezaakbelasting van gemeenten. Gemiddeld zijn huiseigenaren elk jaar 3 procent meer gaan betalen. In 2019 betaalt een huiseigenaar gemiddeld 79 euro voor deze heffing. Dat was in 2015 70 euro.
Huiseigenaren in De Dommel zagen de heffing het sterkst stijgen, gemiddeld 5,1 procent per jaar. In Zuiderzeeland is het tarief het sterkst gedaald, namelijk met gemiddeld een 1,1 procent per jaar. Het tarief in De Dommel is overigens in 2019 nog steeds veel lager dan het gemiddelde in Nederland.