Prinsjesdag ligt inmiddels weer achter ons. In het Hoofdlijnenakkoord had het kabinet al diverse fiscale maatregelen aangekondigd. Het overgrote deel van deze fiscale maatregelen is overgenomen in het Belastingplan 2025. In een eerder artikel behandelden we de maatregelen het gebied van de omzetbelasting. In dit artikel kijken we naar de maatregelen op het gebied van de vennootschapsbelasting.
Aanpassen liquidatieverliesregeling
Het kabinet stelt voor om de liquidatieverliesregeling in de vennootschapsbelasting, welke onderdeel is van de deelnemingsvrijstelling, op twee onderdelen te wijzigen. De eerste voorgestelde wijziging betreft de berekening van het voor de deelneming opgeofferde bedrag, dat nodig is om het in aanmerking te nemen liquidatieverlies te bepalen. De tweede voorgestelde wijziging heeft betrekking op de zogenoemde tussenhoudsterbepaling in de liquidatieverliesregeling.
Aanpassing generieke renteaftrekbeperking
Het kabinet stelt voor om de generieke renteaftrekbeperking in de vennootschapsbelasting (earningsstrippingmaatregel) vanaf 2025 te versoepelen van 20% naar 25%. De rente is nu niet aftrekbaar als deze hoger is dan 20% van de winst en meer dan € 1 miljoen. De voorgestelde maatregel heeft tot doel het Nederlandse vestigingsklimaat te verbeteren door het percentage meer in lijn te brengen met het Europese gemiddelde.
Antifragmentatiemaatregel
Ook wordt een antifragmentatiemaatregel voor de generieke renteaftrekbeperking voorgesteld. Met deze maatregel wordt een aanpassing in de earningsstrippingmaatregel in de Wet Vpb 1969 voorgesteld. Het kabinet stelt voor om met ingang van 1 januari 2025 de aftrekruimte van de earningsstrippingmaatregel buiten toepassing te laten voor vastgoedlichamen met aan derden verhuurd vastgoed.
Opknippen vennootschappen
Om misbruik te bestrijden wordt een maatregel ingevoerd om opknippen van vennootschappen te bestrijden en tegen te gaan dat door meerdere vennootschappen afzonderlijk gebruik wordt gemaakt van de drempel.
Aanpassing kwijtscheldingswinstvrijstelling in de vennootschapsbelasting
In dit wetsvoorstel wordt een maatregel voorgesteld in de kwijtscheldingswinstvrijstelling in de Vpb. Hiermee wordt de samenloop met de in 2022 aangepaste verliesverrekeningsregels geregeld. Met deze voorgestelde maatregel wordt voor situaties met te verrekenen verliezen van meer dan € 1 miljoen de kwijtscheldingswinst volledig vrijgesteld voor zover de kwijtscheldingswinst de overigens in het jaar geleden verliezen overtreft.
Deze voorgestelde maatregel heeft daarom alleen gevolgen voor een beperkte groep vennootschapsbelastingplichtigen, waardoor de doorwerking naar andere wettelijke bepalingen beperkt blijft. Voor situaties met te verrekenen verliezen tot een maximum van € 1 miljoen blijft het huidige systeem gelden. Daarmee blijft de behandeling van kwijtscheldingswinst in de Vpb bij deze maatregel gedeeltelijk gelijk aan de behandeling van kwijtscheldingswinst in de inkomstenbelasting.
Beperken fiscale regeling rond giften
Voorgesteld wordt met ingang van 1 januari 2025 de regeling geven uit de vennootschap af te schaffen en voor giften gedaan op of na 1 januari 2025 de giftenaftrek in de Vpb af te schaffen. De giftenaftrek in de IB blijft ongewijzigd.
Implementatie anti-misbruikregeling ATAD 1
In de vennootschapsbelasting zal een bepaling worden opgenomen die de generieke anti-misbruikregeling van de de eerste EU-richtlijn antibelastingontwijking (ATAD1) implementeert. Nederland had dit nog niet gedaan omdat het instrument van fraus legis toereikend werd geacht. Omdat de Europese Commissie Nederland om aandacht had gevraagd voor deze implementatie wordt de bepaling in artikel 29i Wet op de vennootschapsbelasting 1969 opgenomen. Een materiële wijziging wordt met de implementatie niet beoogd.
Technische aanpassingen Wet minimumbelasting
De per 31 december 2023 ingevoerde Wet minimumbelasting 2024 voorziet in een minimumbelasting om te bewerkstelligen dat multinationale en binnenlandse groepen met een omzet van € 750 miljoen of meer ten minste effectief 15% aan belasting over hun winst betalen. Deze wet strekt tot implementatie van de EU-richtlijn minimumniveau van belastingheffing. Deze richtlijn is gebaseerd op de OESO-modelregels zoals aangenomen door het Inclusive Framework (IF) op 14 december 2021 en komt daarmee overeen.
Administratieve richtsnoeren
Het IF heeft in februari 2023, juli 2023 en december 2023 administratieve richtsnoeren voor de toepassing gepubliceerd. Omdat deze richtsnoeren geen rechtstreekse werking hebben, voorziet dit wetsvoorstel in implementatie van de resterende onderwerpen uit de administratieve richtsnoeren van februari en juli 2023 en enkele onderdelen uit de administratieve richtsnoeren van december 2023, waarvoor een wettelijke grondslag nodig is. De wijzigingen betreffen de valutaconversie, de voortgewentelde bovenmatige negatieve belastinguitgave en de behandeling van gestructureerde hybride regelingen onder het tijdelijke kwalificerende landenrapport veilige haven. De maatregelen werken terug tot en met 1 januari 2024.
Meer weten?
In ons vorige artikel behandelden we de maatregelen op het gebied van de omzetbelasting. In een volgend artikel zullen we nader ingaan op de maatregelen uit het Belastingplan welke van invloed zijn op de bedrijfsopvolging.
Een Blik op Fiscaliteit
Hét fiscale magazine van Nederland. Met interviews, trends en praktische artikelen.