De Belastingdienst zou de terugbetaal-termijn voor oninbare omzetbelasting los moeten laten. Dit zou de door door corona veroorzaakte liquiditeitscrisis kunnen verlichten bij het mkb. Door strikt vast te houden aan een termijn van een jaar, onttrekt de fiscus onnodig lang geld aan ondernemers. Dat zeggen experts op het gebied tegen het FD.
Onlogisch
De Belastingdienst ziet echter niets in zo’n noodmaatregel laat een woordvoerder weten. Extra veel facturen blijven vanwege de crisis onbetaald. Ondernemers moeten wel alvast na het verzenden van de factuur de btw betalen aan de Belastingdienst. Als later een factuur oninbaar blijkt dan moeten bedrijven formeel een jaar wachten voor ze de afgedragen btw kunnen terugvragen, schrijft het FD.
Insolventieadvocaat Sijmen de Ranitz van advocatenkantoor Resor zegt het een idiote gedachte te vinden het mkb op die manier een jaar lang van liquiditeit wordt beroofd. ‘Dat geld blijft in de staatskas en moet door onze minister van Financiën tegen betaling worden uitgezet bij de bank. Dat is niet erg logisch.’
Ergernis
Het wekt ook extra ergernis omdat de overheid vanwege de crisis wel loonsubsidie verstrekt en belastinguitstel verleent. Joan Hanegraaf, directeur-eigenaar van Oerlemans Packaging Groep (kunststof verpakkingen producent), herkent die ergernis. Veel meer ondernemers denken er zo over. De ondernemer erkent dat het soms lang wachten op een btw-teruggave er bij hoort.
Het kan pijn doen, 21% van een totale som kan veel geld zijn. Maar dat is niet het enige probleem. ‘Je moet in zo’n situatie ook afboeken. En je bent zeer waarschijnlijk ook nog eens een klant kwijt.’ Fiscalist en omzetbelastingexpert Bart Heijnen van advocatenkantoor Loyens & Loeff zegt dat de Nederlandse Orde van Belastingadviseurs (NOB) al in maart heeft gevraagd om versoepeling van de btw-regels.
Voordeel beperkt
De Orde stelde toen een verkorting naar drie maanden voor in een brief aan het ministerie van Financiën. Maar hier kwam geen reactie op. Nu naar maanden van crisis ziet het ministerie er nog steeds ‘geen toegevoegde waarde’ in laat een woordvoerder weten. ‘Er is al algemeen uitstel van de betaling van btw en andere belastingmiddelen. Het voordeel is daarmee beperkt.’
Een woordvoerder van de Belastingdienst laat weten dat de fiscus wel degelijk in bepaalde situaties binnen een jaar terugbetaalt. ‘Dat is het geval wanneer bij een faillissement of een ander geval van niet-betaling binnen een jaar komt vast te staan dat de afnemer niet zal betalen.’ De in fiscaal recht gespecialiseerde advocaat Ton Tekstra van BTU Advocaten noemt de opstelling krampachtig. ‘Het is wachten op het moment dat debiteuren gaan zeggen dat betalingen moeten worden afgeschreven. De vraag is dan hoe jij als crediteur je btw terugvraagt. Moet je dan ook een jaar gaan wachten?’
Bewijslast en kwijtschelding
Volgens omzetbelastingexpert Heijnen ligt de bewijslast dan in ieder geval bij de belastingplichtige. ‘Je kunt wel eerder terugvorderen, maar dan moet je aantonen dat jouw klant 100% zeker die factuur niet meer betaalt. Mijn ervaring is dat de fiscus daar erg strikt in is. De bewijslast ligt bij de belastingplichtige. En toon dan maar eens aan dat jouw klant zeker niet zal betalen.’
Kwijtschelding van een factuur is dan een optie waar sommige ondernemers voor kiezen. Maar logischerwijs kiezen de meeste ondernemers er liever voor om de deur op een kier te laten in de hoop dat de factuur later alsnog wordt betaald. Daarom deugt deze regeling niet, aldus Heijnen.
Eerder terugvragen
Insolventieadvocaten De Ranitz en Marius Kraamwinkel zien curatoren schuldeisers die adviseren de formele termijn van een jaar te omzeilen door meteen de btw terug te vragen. Vooralsnog lijkt de fiscus in de praktijk een teruggave bij lagere belastingen niet te blokkeren. Of dat ook zo bij grotere bedragen is moet nog blijken.
De Ranitz zou er evenwel niet rouwig om zijn als de fiscus inderdaad eens een keer de hakken in het zand zet: ‘Als er toch een probleem komt, kun je de btw-regels laten toetsen door een rechter. En ik ben benieuwd wat er gebeurt als Kamerleden zich hier druk om gaan maken. Het mkb vertegenwoordigt namelijk een heleboel stemmers.’, aldus De Ranitz tegenover het FD.