Een eventuele box 3-heffing over het werkelijke rendement op spaargeld kan niet voor 1 januari 2021 worden ingevoerd. Dit heeft staatssecretaris Snel van Financiën gezegd in de Tweede Kamer.
In strijd met de mensenrechten
De Tweede Kamer debatteerde donderdag met Snel over de belasting over vrijwel renteloze spaartegoeden, dit mede naar aanleiding van een recente uitspraak van de Hoge Raad, die oordeelde dat de vermogensrendementsheffing in strijd is met de mensenrechten.
Nog geen concrete toezeggingen
De staatssecretaris zei te begrijpen dat belastingbetalers niet accepteren dat zij worden aangeslagen voor een rendement dat ze niet behalen. Hij kon echter nog geen concrete toezeggingen doen over een belastingheffing over het werkelijke rendement op spaargeld. En áls dit al lukt, is dat niet eerder dan in 2021.
Ontwijkingsproblemen
Snel wees erop dat simpele oplossingen grote nadelen hebben. Zo wil hij vermijden dat vermogende belastingplichtigen een ‘spaartaks’ over het werkelijke rendement misbruiken door hun hoogrenderende vermogen op de peildatum even op een renteloze spaarrekening te zetten. Dergelijke ontwijkingsproblemen staan een stelsel waarin alleen nog het werkelijke rendement wordt belast, vooralsnog in de weg.