Het Centraal Planbureau (CPB) heeft op verzoek van het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat en het Ministerie van Financiën de bedrijfsopvolgingregeling (BOR) in de Successiewet geëvalueerd. De conclusie van het CPB is dat de BOR wel doeltreffend is, maar niet doelmatig. Volgens het CPB kan hetzelfde doel met veel minder geld en moeite worden bereikt.
Bedrijfsopvolgingsregeling (BOR)
De BOR voorziet in een voorwaardelijke vrijstelling van de schenk- en erfbelasting. Momenteel is de vrijstelling in drie delen opgebouwd:
- Ten eerste geldt een vrijstelling van 100% voor het verschil tussen de liquidatiewaarde en de lagere goingconcernwaarde (de voortzettingswaarde).
- Ten tweede bedraagt deze 100% van de goingconcenwaarde tot € 1.134.403 van het vermogen per objectieve onderneming.
- Ten derde is de vrijstelling 83% voor zover de goingconcernwaarde meer bedraagt dan € 1.134.403.
De BOR heeft als doel te voorkomen dat de heffing van erf- en schenkbelasting bij overdracht van een bedrijf de continuïteit in gevaar brengt.
Evaluatie Centraal Planbureau
Uit de evaluatie van het CPB blijkt dat de BOR doeltreffend is in de zin dat de erf- en schenkbelasting (vrijwel) geen gevaar meer vormen voor de continuïteit van ondernemingen. In veel gevallen (circa driekwart van de overdrachten) zijn er echter voldoende privémiddelen aanwezig om de erf- of schenkbelasting direct te betalen. In die gevallen hoeven geen middelen aan de onderneming te worden onttrokken en is de BOR dus niet noodzakelijk en niet doelmatig. In de meeste overige gevallen volstaat een betalingsregeling.
Het CPB geeft derhalve in overweging om de vrijstelling goingconcernwaarde te laten vervallen en de betalingsregeling te verruimen.
De BOR gaat gepaard met hoge uitvoeringskosten. De BOR is complex en per overdracht moet de Belastingdienst vaststellen of aan de voorwaarden wordt voldaan. De regeling legt een relatief groot beslag op de hoogwaardige capaciteit van de Belastingdienst.
Voorjaarsnota
Op 20 mei jl. is de Voorjaarsnota verschenen waarin zowel de begrotingsmutaties voor dit jaar als de voorgenomen wijzigingen voor latere jaren zijn opgenomen. De komende maanden zullen deze voorgenomen beleidsmaatregelen worden getoetst en beoordeeld. In de Voorjaarsnota staat niets vermeld over een eventuele aanpassing van de BOR. In aanloop naar Prinsjesdag zal het kabinet echter de evaluatie van de BOR wel meenemen in het begrotingsproces.
Wijziging BOR
Op basis van de conclusies van het CPB lijkt het mij duidelijk dat de BOR op korte termijn kan worden aangepast en dus moet worden meegenomen in de ontwerpbegroting 2023. In de evaluatie van het CPB valt te lezen dat personen, die een erfenis nalaten of een schenking doen waarbij gebruik wordt gemaakt van de BOR, relatief vermogend zijn. Dit betekent dat er (vroeg of laat) voldoende middelen aanwezig zijn om de belastingheffing mee te kunnen voldoen. Indien de vrijstelling komt te vervallen, zou een verruiming van de betalingsregeling dan ook volstaan. In plaats van het volledig laten vervallen van de vrijstelling kan ook worden overwogen om deze te verlagen naar bijvoorbeeld 60%.
Met de inkomsten die hierdoor vrijkomen kan een deel van de inkomstenderving door box 3 worden gedekt. Daarmee kunnen een aantal voorgenomen maatregelen in box 2 en box 3 wellicht worden voorkomen of beperkt. Want van een twee schijvenstelsel in box 2 met een toptarief van 29,5% word je toch ook niet blij?!
De auteur drs. J. Zwarthoed-Tol is als belastingadviseur werkzaam bij Contaxus Belastingadviseurs en Accountants te Volendam
Meer lezen over de BOR? Bezoek dan onze online kennisbank, Nextens Naslag.