Op 5 februari 2021 is de Beleidsregel hardheidsclausule Tozo 1 gepubliceerd in de Staatscourant (nr. 5244). Via deze beleidsregel maakt de minister van SZW bekend op welke wijze hij, met betrekking tot Tozo-uitkeringen die zijn verstrekt op ingediende verzoeken in de periode van 1 maart tot en met 31 mei 2020 (Tozo 1), gebruik maakt van zijn bevoegdheid vergoeding te verstrekken voor kosten waarvan de rechtmatigheid niet is verantwoord.
Hardheidsclausule
In de wetenschap dat gemeenten Tozo 1 onder moeilijke omstandigheden hebben moeten uitvoeren en de opvatting dat ook onder moeilijke omstandigheden van gemeenten mag worden verlangd dat zij op juiste en volledige wijze uitvoering geven aan een beperkte set fundamentele basiscriteria (inclusief het naar vermogen inzetten om eventuele onjuistheden in de uitvoering te corrigeren en te reduceren), wordt voor Tozo 1 onderscheid gemaakt tussen fundamentele -, belangrijke – en formele rechtmatigheidseisen. In bijlage I bij de beleidsregel is dit onderscheid nader verduidelijkt.
In de beleidsregel is aangegeven dat de hardheidsclausule alleen van toepassing is op kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn ten aanzien van belangrijke rechtmatigheidseisen. De hardheidsclausule wordt niet toegepast voor kosten die als fout of onzeker verantwoord zijn vanwege fundamentele rechtmatigheidseisen. Die kosten komen niet voor vergoeding in aanmerking. Voor de toepassing van de hardheidsclausule spelen de formele rechtmatigheidseisen geen rol, aangezien de accountant hierover niet rapporteert in termen van als fout of onzeker aan te merken kosten.
Zorgvuldige uitvoering
Voor de toepassing van de hardheidsclausule hoeven gemeenten geen verzoek in te dienen bij SZW. Wel is vereist dat het college en de gemeenteraad een gezamenlijk ondertekende bestuursverklaring afgeven, waarmee zij te kennen geven dat ondanks de verantwoorde fouten en onzekerheden, sprake is geweest van een zorgvuldige uitvoering van de Tozo.
Indien gemeenten de uitvoering van de Tozo hebben overdragen aan een samenwerkingsverband op grond van de Wet gemeenschappelijke regelingen, dan is, onder voorwaarden, het samenwerkingsverband bevoegd de bestuursverklaring af te geven.