Nederlandse bedrijven komen de deponeringsplicht van hun jaarrekening slecht na. Slechts 43 procent van de deponeringsplichtige bedrijven had begin dit jaar hun jaarrekening over 2016 binnen de geldende termijn bij de Kamer van Koophandel ingeleverd. Dat blijkt uit onderzoek van het FD.
Twaalf maanden
De jaarrekening over 2016 moest voor het eerst binnen twaalf maanden gedeponeerd worden, tegenover dertien maanden voor oudere rapportages. Bij de oude termijn leverde 47 procent van de bedrijven tijdig de stukken aan. Vergeleken met oudere onderzoeken van het FD lijken ondernemers lakser geworden. Vijf jaar geleden leverde 65 procent van de bedrijven nog tijdig de jaarstukken in.
Oorzaak: digitalisering
De lage score van 43 procent van de bedrijven die zijn stukken tijdig heeft gedeponeerd is deels het gevolg van digitalisering, signaleert de krant. Kleine bedrijven moesten hun jaarrekening over 2016 namelijk voor het eerst elektronisch inleveren, maar een deel van deze ondernemingen deed dat toch nog op papier. Dat leidde tot vertragingen. Bij de jaarrekeningen over 2017 ziet de Kamer van Koophandel een verbetering optreden.
Ondernemersvertrouwen
Het openbaar maken van jaarrekeningen is voor veel bedrijven bij wet verplicht. De transparantie dient te zorgen voor onderling ondernemersvertrouwen en voor goed lopend handelsverkeer. Bedrijven kunnen vrijstelling krijgen van deponering als zij een moederbedrijf hebben dat zich via een zogenoemde 403-verklaring aansprakelijk stelt. De cijfers moeten dan worden geconsolideerd in de jaarrekening van die moeder.
Economisch delict
Ondernemingen die niet tijdig deponeren in het handelsregister, begaan een economisch delict. Daarop staat een maximale boete van 20.750 euro. Bij een bankroet kunnen ondernemers daarnaast ook worden beticht van onbehoorlijk bestuur en daardoor persoonlijk aansprakelijk worden gesteld voor het boedeltekort.
Actievere controle
De fiscus en het Openbaar Ministerie (OM) zijn de afgelopen jaren actiever gaan controleren. In 2017 zijn er 754 processen-verbaal opgemaakt die uiteindelijk op het bureau van het OM belandden. Dat is meer dan de voorgaande jaren, toen het aantal varieerde van 500 tot ruim 600.