Nederlandse banken vrezen dat zij moeten opdraaien voor een deel van de overschrijding van de kosten van de afschaffing van de dividendbelasting in 2020. Dat wordt aan het FD bevestigd door bankierskringen na het uitlekken van de verwachte tegenvaller. De afschaffing van dividendbelasting gaat volgens de nieuwste berekeningen namelijk geen 1,4 miljard euro kosten, zoals in het regeerakkoord stond, maar bijna 2 miljard.
Geen compensatie
Bankiers kunnen in de komende begrotingsbesprekingen geen compensatie verwachten voor de abrupte beëindiging van de aftrekbaarheid van converteerbare obligaties, die ze gebruiken als risicobuffer. De banken dachten dat ze nog op deze compensatie konden rekenen, maar dat is onwaarschijnlijk nu het kabinet geld nodig heeft om het gat van 500 miljoen euro te dichten.
Onverwacht
Het kabinet besloot eind juni onverwachts dat banken en verzekeraars de rente die ze betalen op de speciale achtergestelde obligaties vanaf volgend jaar niet meer van hun winstbelasting mogen aftrekken. Dat levert de schatkist 150 miljoen euro op. Staatssecretaris Menno Snel van Financiën hoopt dat banken daarvoor sneller eigen vermogen zullen inzetten als risicobuffer in plaats van vreemd vermogen. Ook neemt hij zo twijfels weg die bij de Europese Commissie leven over verborgen staatssteun aan de banken via de fiscus.