Voor alle nieuw verkochte auto’s in Europa zijn vanaf zaterdag strengere tests voor verbruik en uitstoot verplicht. De nieuwe meetmethode, WLTP genaamd, moet een realistischer idee geven van de milieubelasting door nieuwe auto’s. Autodealers vrezen vooral hogere prijzen in de showroom door de nieuwe regels.
Rekenmodel hapert
De aanschafbelasting op een auto, de bpm, wordt mede bepaald op basis van de CO2-uitstoot per kilometer van het desbetreffende model. De WLTP zorgt bij vrijwel alle auto’s voor hogere uitstootwaarden, dus zou de bpm mee moeten stijgen.
Zover wil de Belastingdienst niet gaan met het opkrikken van de opbrengsten uit bpm, dus worden de nieuwe waarden teruggerekend tot de oude. Dat rekenmodel hapert echter nog, waardoor de CO2-waarden bij auto’s toch hoger uitvallen en de bpm stijgt. De Belastingdienst spreekt niet van een hogere bpm door de WLTP, maar erkent dat de bpm per autotype hoger kan uitvallen na invoering van de nieuwe testmethode. De fiscus benadrukt daarbij dat hogere CO2-metingen ook het gevolg kunnen zijn van verschillen tussen oudere en nieuwere versies van hetzelfde model.
Autoprijzen
Volgens de autobrancheorganisatie RAI Vereniging zien dealers de nabije toekomst wat betreft verkoopcijfers echter somber in. Volgens hen is het nog onduidelijk wat de WLTP uiteindelijk betekent voor de autoprijzen, waardoor veel consumenten de aankoop van een nieuwe wagen uitstellen.