Acht maanden voordat de nieuwe regel tegen belastingontwijking in werking treedt heerst er nog steeds grote onduidelijkheid. Dat blijkt tijdens een congres in de Groote Industriële Club onder regie van de Organisatie voor Economische Samenwerking en Ontwikkeling (Oeso), schrijft het FD.
Principle purpose test
De toets waar het om gaat, de ‘principle purpose test’ (PPT), moet nagaan of bedrijven misbruik maken van bilaterale belastingverdragen. Initiatiefnemer van het congres Stef van Weeghel, hoogleraar belastingrecht aan de UvA en partner bij adviesorganisatie PWC denkt dat de maatregel de praktijk van bedrijven en hun adviseurs echt op zijn kop zal zetten.
Dit komt vooral door de onduidelijkheid over wanneer er sprake is van misbruik van belastingvrijstellingen.Volgens de Britse advocaat en praktijkman Graham Aaronson ontbreekt het aan consistentie en voorspelbaarheid.
Achterliggende gedachte
Nationale rechters komen in identieke zaken tot totaal verschillende oordelen als gevolg hiervan vindt van Weeghel, die vaak optreedt als getuige-deskundige in internationale arbitragezaken. Maikel Evers, die werkt bij de Oeso vindt dat critici verder moeten kijken dan de PPT, naar wat achter deze maatregel zit. Namelijk de gedachte dat verdragslanden hun partners beschermen tegen misbruik, aldus het FD.
Om dit te laten werken moeten inmiddels meer dan honderd landen het met elkaar eens zien te worden, zegt Evers. ‘Dat klinkt misschien als een excuus voor inconsistentie, maar dat is nu eenmaal zo.’