De coronasteun voor vaste lasten die ondernemers ontvangen is vaak veel hoger dan de kosten die daadwerkelijk worden gemaakt. Dat stellen verschillende accountants en fiscalisten. De overheid zou zelfs voor tientallen miljoenen euro’s het bos worden gestuurd. Binnen de accountancysector denkt men dat er nog wel eens parlementaire enquête zou kunnen komen. ‘Deze regeling klopt voor geen meter.’
Verlies aan omzet
De Tegemoetkoming Vaste Lasten (TVL) werd opgetuigd om ondernemers te ondersteunen tijdens de pandemie bij het betalen van bijvoorbeeld huur, onderhoud of verzekeringen. Op die manier ontving het midden- en kleinbedrijf compensatie voor de weggevallen omzet als gevolg van gedwongen sluitingen.
De hoogte van de TVL is echter niet gebaseerd op werkelijke kosten maar op het verlies aan omzet en een inschatting van de kosten per sector. Deze methode van berekenen is met name gunstig voor zuinige bedrijven met hoge winstmarges. Ondernemers die het toch al moeilijk hebben profiteren juist minder van de regeling, schrijft het FD.
Overcompensatie
In een reactie laat het ministerie van Economische Zaken en Klimaat weten dat er geen sprake is van structurele overcompensatie over de hele linie. ‘Een bedrijf met hogere vaste lasten dan het sectorgemiddelde, zal onder gecompenseerd worden en een bedrijf met lagere vaste lasten dan het sectorgemiddelde zal overgecompenseerd worden.’
Maar daar denken de accountants anders over. ‘Er zijn situaties waarbij ondernemers minder vaste lasten hebben dan dat zij op basis van de TVL vergoed krijgen’, weet Marco Moling, voorzitter van accountantsvereniging Novak. Ook Dennis Peeters van Accountax Bedrijfsadviseurs is kritisch. Voor de regeling kijkt men puur naar de winst en daar kan men mee schipperen. ‘De ondernemer kan bijvoorbeeld de referentieperiode aanpassen’, aldus Peeters.
Werkelijk gemaakte kosten
Ondernemers die kampen met een omzetdaling van meer dan 20% voor het vierde kwartaal van vorig jaar komen in aanmerking voor de regeling. De hoogte hangt af van de activiteiten. Een producent van rubber en kunststof krijgt bijvoorbeeld 18% van het omzetverlies. Een sauna daarentegen 23%.
Bij de voorloper van de TVL de Tegemoetkoming Ondernemers Getroffen Sectoren (TOGS) waren de werkelijk gemaakte kosten het vertrekpunt. De TVL werd in mei 2020 geïntroduceerd als vervanger. Toenmalig minister van Economische Zaken, Wouter Koolmees, waarschuwde toen al de grofmazigheid van de TVL, aldus het FD.